Wapen van de familie Van Zuylen van Nievelt (1827)

Van Zuylen van Nievelt was een tak van het oud adellijk geslacht Van Zuylen. De tak is ontstaan in de regio Utrecht. In de 17e eeuw is er van dit adellijk huis ook een tak ontstaan in de Zuidelijke Nederlanden, deze is tot op heden aanwezig onder de naam Van Zuylen van Nyevelt (niet te verwarren met de familie Van Zuylen van Nijevelt, die niet verwant is).

Geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]
Wapen Van Zuylen in het wapenboek Gelre

De oudst bekende voorouder was Dirk van Sulen (van Nijenveld) die vanaf 21 mei 1285 wordt vermeld en sneuvelde in 1304 te Zierikzee. De familie vestigde zich in Utrecht en stelde zich in dienst van de bisschop en interesseerde zich daarnaast actief in het inpolderen en droogleggen van moerassen in de streek van de Vecht en in de Langbroekerwetering. De investeringen waren winstgevend en de van Zuylens werden gefortuneerd. Al snel lieten ze kasteel Zuylen bouwen, waar zij tot 1422 de eigenaar van waren. Vanaf 1327 tot in het midden van de zestiende eeuw werd het ambt van hofmaarschalk van de Utrechtse bisschop onafgebroken door een Van Zuylen uitgeoefend. Vanaf de vijftiende eeuw was er bijna altijd een Van Zuylen betrokken bij het stadsbestuur van Utrecht, als "oudman", raadslid, wethouder of burgemeester.

Huwelijkspolitiek betekende grotere rijkdom en toenemende macht voor de familie. Ze bestond weldra uit niet minder dan vijftien verschillende takken. Zo ontstond een hechte clan van familieleden die elkaar politiek en sociaal ondersteunden. Naast het kasteel van Zuylen aan de Vecht, bezaten familieleden onder meer de domeinen en kastelen Abcoude, Beverweerd, Blikkenburg, De Haar, Duurstede, Geerestein, Harmelen, Natewisch, Nijeveld, Zuilenburg en Zuylenstein.

Noord-Nederlandse tak

[bewerken | brontekst bewerken]

Geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1311 gaf het kapittel van Sint-Jan 26 morgen land bij het huis Nyevelt - spreek uit Nieveld - in pacht aan ridder Steven van Zuylen en zijn vrouw Mabelia. De toevoeging 'van Nievelt' aan de naam Van Zuylen is ontleend aan deze hofstede, van waaruit de heerlijkheid Veldhuizen bij De Meern werd bestuurd. De kapel bij de Meernbrug in De Meern is mogelijk gesticht vanuit dit huis. In elk geval was er een band van de familie Van Zuylen van Nievelt met deze kapel.

Deze familie is een van de grootste takken die in rechte lijn afstamden van de stamvader van het geslacht. In de 19e eeuw werd de Noord-Nederlandse tak omschreven als 'Van Zuylen van Nyevelt', naar de enige tak die toen nog nakomelingen had. Deze familie werd benoemd in de Geldersche ridderschap in 1814 en erkend als baron in 1822.

Veel van de leden van deze familie woonden in Barneveld en lieten daar kasteel de Schaffelaar bouwen.

De laatste naamdragers overleden in 1881 en de laatste naamdraagster in 1947.

Adelsbevestiging

[bewerken | brontekst bewerken]

"Bij besl. van den Souvereinen Vorst d.d. 28 Aug. 1814, ” 14 werden Jasper Hendrik van Zuylen van Nievelt, heer van den Brieller en Glinthorst en Coenraad Jan van Zuylen van Nievelt benoemd in de Ridderschap van Gelderland. Bij K.B. d.d. 23 Sept. 1822, no 119 werd voor hen en hun wettige afstammelingen erkend de hun van ouds competeerende titel van baron."[1]

Politieke overtuiging

[bewerken | brontekst bewerken]

Over het algemeen vormde het geslacht één front wat betreft haar politieke overtuiging. Over het algemeen stonden de Van Zuilens achter de bisschoppen en het bisdom, maar soms spanden zij samen met de Graven van Holland.

In 1267 werd Jan van Nassau tot bisschop gekozen. Jan was verwant aan de Graven van Gelre, die op deze manier probeerden meer invloed te krijgen in het Sticht. In deze periode zag men juist dat de grote steden steeds meer los wilden komen van de landadel en soeverein besluiten wilden maken. De Heren van Amstel en Woerden waren tegen Jan van Nassau. Bij dit conflict maakten de Van Zuilens verschillende keuzes. Zweder van Zuylen van Abcoude stond aan de kant van de Van Amstels en Steven en Frederik van Zuilen vochten aan de kant van Jan van Nassau. De laatst twee genoemden sneuvelden tijdens de strijd.

Hoekse en Kabeljauwse twisten

[bewerken | brontekst bewerken]

Het conflict ontstond in de tweede helft van de 14e eeuw, doordat het gewest Holland in buitenlandse handen dreigde te vallen. De Hoeksen waren hier tegen en wilden dit door middel van een staatsgreep voorkomen.

Heeckerens en Bronckhorsten

[bewerken | brontekst bewerken]

Het conflict ontstond eveneens in de tweede helft van de 14e eeuw doordat er onenigheid ontstond over wie de graaf van Gelre moest opvolgen.

De van Zuylen van Anholt behoorden tot de van Bronckhorsten, doordat een lid was getrouwd met een kleindochter van Willem van Bronckhorst-Reckheim.

Bekende telgen

[bewerken | brontekst bewerken]

Genealogie

[bewerken | brontekst bewerken]

Frederik (Dirk) van Zuylen van Vecht (?-1304), ridder.

Zuid-Nederlandse tak

[bewerken | brontekst bewerken]

Geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

De Belgische tak van het geslacht Van Zuylen van Nievelt, is genaamd Van Zuylen van Nijevelt of van Nyevelt. De afsplitsing ontstond toen Pieter-Frederic van Zuylen (1604-1691), in de Zuidelijke-Nederlanden trouwde en daar ging wonen. De verhuizing had hoofdzakelijk te maken met de wil om trouw te blijven aan de katholieke godsdienst.

Van alle tot de adel verheven familieleden, heeft alleen de lijn van Jean-Jacques van Zuylen van Nyevelt zich tot op heden in mannelijke lijn voortgeplant.

Kasteel De Haar, gelegen in Haarzuilens, werd vanaf 1801 steeds geërfd door de eerstgeboren zoon in de oudste Belgische familietak. Deze tak werd 'Van Zuylen van Nyevelt van de Haar' genoemd en stierf in 2011 uit in mannelijke lijn.

Adelsbevestigingen

[bewerken | brontekst bewerken]

Deze familieleden werden aldus erfelijk opgenomen in de adelstand van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Doordat ze in België gevestigd waren, gingen ze na 1830 tot de Belgische adel behoren.

Onder het Koninkrijk België kwamen daar nog bij:

De post

[bewerken | brontekst bewerken]

De posterijen brachten de familie van Zuylen naar Brugge. De post was onder het ancien régime een privébedrijf dat voor wat betreft de Duits-Oostenrijkse gebieden, met inbegrip van de Zuidelijke Nederlanden het monopolie was van de adellijke familie Thurn und Taxis, die er een merkwaardig en winstgevend bedrijf van maakte. De directeurs die ze, per gebied, als hun exclusieve vertegenwoordigers aanstelden, werden eveneens welvarend. Ze bestuurden een uitgebreid netwerk van plaatselijke vertegenwoordigers in de ganse provincie. Weldra behoorden ze tot de prominente plaatselijke adel van hun werkgebied. Het verliep niet anders met de van Zuylens in Brugge. Waren opeenvolgend postmeester:

Guido Gezelle en de van Zuylens

[bewerken | brontekst bewerken]

Guido Gezelle had regelmatige contacten met leden van de familie van Zuylen van Nyevelt. Hij werd geboren op de kleine hoeve in de Rolweg, die eigendom was van het echtpaar Theodore van de Walle (1780-1848) en Isabelle van Zuylen van Nyevelt (1796-1889).

Zijn ouders kozen voor hem de jonge Guy van Zuylen van Nyevelt, neef van de huisbazen, als peter.

In 1861 schreef de jonge dichter een lang huldedicht aan Zuster Philomena, barones van Zuylen van Nyevelt. Anne van Zuylen van Nyevelt (1806-1885) was in 1836 als een van de eerste toegetreden tot de door Charles Carton gestichte zustercongregatie voor de opvoeding en opleiding van dove en stomme kinderen.[4]

In 1864 schreef hij een lang huldedicht ter ere van de broer van zuster Philomena, kanunnik François van Zuylen van Nyevelt (1800-1883) bij de viering van zijn zilveren jubileum als pastoor van het Sint-Janshospitaal in Brugge. Voor diezelfde gelegenheid schreef hij ook een luimig tafelgedicht.[5] Allebei waren ze een schoonzus en een schoonbroer van de vroegere huiseigenaar van Pieter Gezelle, Théodore van de Walle - van Zuylen, als een van de elf kinderen van baron Marie-Dominique van Zuylen van Nyevelt (1769-1846) en van Philippine van Hamme de Stampaertshoucke (1775-1867).

In 1890 schreef Gezelle een gedicht voor de plechtige communie van Henry van Zuylen van Nyevelt (1878-1906), kleinzoon van zijn peter en zoon van François van Zuylen van Nyevelt (1835-1907).[6] De jonge man werd eerste luitenant op het schoolschip Comte de Smet de Nayer, en kwam om in de Golf van Biskaje. Het gedicht is steeds in de familie zeer in eer gehouden.

Genealogie

[bewerken | brontekst bewerken]

Beierse tak

[bewerken | brontekst bewerken]

Geschiedenis

[bewerken | brontekst bewerken]

De samenwerking van de van Zuylens als postmeesters met de prinsen van Tour en Taxis dateerde uit de zeventiende eeuw. Pierre-André van Zuylen (1649-1698) werd kamerheer en hofmaarschalk van prins Eugeen de Tour et Taxis, grootmeester van de keizerlijke posterijen. In 1684 benoemde de prins Pierre-André tot de lucratieve functie van postmeester voor Brugge en het Brugse Vrije. Zijn zoon Jacques-Rodolphe, zijn kleinzoon Jean-Bernard en zijn achterkleinzoon Jean-Jacques volgden hem daar in op.

Adelsbevestiging

[bewerken | brontekst bewerken]

De relaties bleven behouden en dit had tot gevolg dat François van Zuylen van Nyevelt (1764-1835), de negende van de dertien kinderen van Jean-Bernard, werd opgenomen in het prinselijke huishouden en hofmaarschalk werd bij de prins Thurn und Taxis alsook kamerheer bij de koning van Pruisen. In 1816 werd hij erkend in de Beierse adel met de titel van baron. Twee generaties volgden hem hier in op. In 1906 is deze tak in mannelijke lijn uitgestorven, met als laatste telg François-Ghislain van Zuylen van Nyevelt (1836-1906). De vrouwelijke afstammelingen huwden in de hoge Beierse adel, met een von Preysing Lichtenegg, een von Redwitz, een von Rom, een Aschenauer enz.

Genealogie

[bewerken | brontekst bewerken]

Heraldiek

[bewerken | brontekst bewerken]

De familie voert een sprekend wapen: drie zuilen. De wapenspreuk luidt: Non Titubans.

Het familiepact

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1845 werd tussen de verschillende takken van de familie van Zuylen van Nyevelt een pact gesloten 'van vriendschap en bondgenootschap', dat de bedoeling had om in lengte van jaren de banden tussen de verschillende familietakken te bewaren en te verstevigen. De ondertekenaars waren 31 Van Zuylens uit België, 11 uit Nederland en 3 uit Beieren.[8]

In het pact beloofden ze onder meer hun kinderen christelijk op te voeden, elk volgens zijn geloofsbelijdenis. Ze beloofden elkaar onderlinge bijstand, steun en raad te verlenen. Ook namen ze zich voor de genealogie van de familie bij te houden en jaarlijks de ingetreden geboorten, huwelijken en overlijdens aan elkaar mee te delen.

Andere naamdragers

[bewerken | brontekst bewerken]

Een Rotterdamse familie met de naam Van Zuylen van Nijevelt verkreeg ook adellijke status; er is echter geen aantoonbaar verband met het oud-adellijke geslacht Van Zuylen uit Utrecht en omgeving.

Er is ook nog een Belgische familie Van Zuylen die adellijke status verwierf in de 20ste eeuw en die wellicht kan gehecht worden aan de Utrechtse familie.

Literatuur

[bewerken | brontekst bewerken]

Algemeen

[bewerken | brontekst bewerken]

Nederlandse tak

[bewerken | brontekst bewerken]

Zuid-Nederlandse tak

[bewerken | brontekst bewerken]

Beierse tak

[bewerken | brontekst bewerken]
[bewerken | brontekst bewerken]