Een gemet (uitspraak) is een oude oppervlaktemaat. Eén gemet mat doorgaans 300 roeden (of 3 lijnen), ongeveer 4400 à 4500 vierkante meter.

De maat is waarschijnlijk gelijk aan de oppervlakte van het zaailand dat een koppel paarden kan omploegen tussen zonsopgang en zonsondergang. Dit is een gemiddelde, omdat het land dat bewerkt moest worden ook zwaarder of lichter kon zijn voor een paard. Met deze oorspronkelijke groottebepaling is de gemet vergelijkbaar met de in Angelsaksische landen veelgebruikte acre, zij het dat daar het werk van een os per dag ten grondslag aan de maat ligt. De internationale acre heeft een oppervlakte van net geen 4047 m².

De morgen, die in andere gewesten gebruikt werd, was doorgaans dubbel zo groot als een gemet.

Streekgebonden verschillen

Er zijn verschillende maten bekend:

In Dendermonde en Aalst, waar men met "grote" roedes van ongeveer 33 m² werkte, werd het gemet niet gebruikt. Daar gebruikte men eerder de "dagwand", wat overeen kwam met 100 (grote) roedes of ongeveer 3300 m².

Verhoudingen met andere maten

Toponymie

De naam gemet komt nog voor in de naam van het eiland Tiengemeten.