Stelselplaat BV BSN

Het burgerservicenummer (BSN) is een uniek persoonsgebonden nummer in het Europese deel van Nederland. Iedereen die zich laat inschrijven in de Basisregistratie Personen (BRP) krijgt zo'n nummer. Het is door de Nederlandse overheid in 2007 ingevoerd om, in combinatie met het DigiD, het elektronisch verkeer tussen overheid en burger in goede banen te leiden. Sinds 6 januari 2014 (wet GBA vervangen door wet BRP) kunnen ook niet-ingezetenen een BSN krijgen. Dit zijn personen die kort of niet in Nederland verblijven en een meervoudige relatie met de Nederlandse overheid hebben, zoals gepensioneerde Nederlanders in het buitenland of personen uit de EU die in Nederland seizoensarbeid doen.

De tegenhanger van het BSN voor niet-natuurlijke personen (rechtspersonen zoals vennootschappen, verenigingen en stichtingen) is het RSIN.

Eisen

Het nummer voldoet aan de volgende eisen:[1]

In principe wordt een BSN nadat het is toegekend niet meer gewijzigd. Dit kan echter wel, in het geval dat bijvoorbeeld aan twee verschillende mensen hetzelfde BSN is toegekend (zie Logisch Ontwerp BSN 1-3, pagina 18), of in het geval van (ernstige) identiteitsdiefstal. De procedure daarvoor heet 'Wijzigen burgerservicenummer' en staat onder meer beschreven in de handleiding uitvoeringsprocedures (HUP).

Wet algemene bepalingen burgerservicenummer

Op 12 september 2006 heeft de Tweede Kamer ingestemd met het Wetsvoorstel algemene bepalingen burgerservicenummer[3] (kortweg: Wabb). Op 11 juli 2007 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen. VVD, GroenLinks en PvdD stemden tegen.

Uitgangspunten van de wet zijn:

Een uitbreiding van de Wabb is de Wbsn-z, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg. Deze wet regelt het gebruik van het BSN in de medische zorg.

Toekenning en gebruik

Gemeenten zijn op twee manieren betrokken bij het BSN-stelsel: als toekennende instantie en als gebruiker:

Het BSN is een persoonsnummer dat in de eerste plaats bedoeld is voor het contact tussen burgers en de overheid. In het kort komt het erop neer dat organisaties buiten de overheid het BSN uitsluitend mogen gebruiken als daarvoor een wettelijke grondslag bestaat. Het gebruik van het BSN is toegestaan ter uitvoering van de betreffende wet dan wel voor doeleinden bij de wet bepaald. Er moet dus specifiek in een bepaalde wet staan dat het BSN voor een bepaald doel mag worden gebruikt. Dit staat in artikel 24 van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Daarnaast kan het onder omstandigheden gerechtvaardigd zijn dat het BSN ook voor andere doeleinden wordt verwerkt. Randvoorwaarde is wel dat het BSN niet wordt verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met het doel waarvoor het BSN is verkregen.

Voorbeeld: als het BSN van de medewerkers van een organisatie is verkregen in het kader van hun aanstelling/dienstverband, dan mag het BSN van deze medewerkers ook alleen maar gebruikt worden voor de uitwisseling van loongegevens met de Belastingdienst. Zelfs als de betreffende medewerkers toestemming zouden geven voor het gebruik van hun BSN, bijvoorbeeld als inlogcode, is dit niet toegestaan. Hierbij maakt het niet uit of er sprake is van bijvoorbeeld een hash van het BSN of het BSN in zijn oorspronkelijke vorm.[4]

11-proef

Het burgerservicenummer bestaat uit 9 cijfers en voldoet aan een variant op de elfproef. De variant is in het laatste cijfer, dat in plaats van met 1, met -1 wordt vermenigvuldigd. Dit verschil is er opzettelijk ingebracht zodat een abusievelijk ingevoerd bankrekeningnummer als foutief wordt aangemerkt (dit gaat natuurlijk niet op als het nummer eindigt op een 0, in welk geval een nummer zowel een geldig bankrekeningnummer als BSN kan zijn. Voor het burgerservicenummer geldt in ieder geval dat het wel degelijk op een 0 mag eindigen). Als het burgerservicenummer wordt voorgesteld door ABCDEFGHI, dan moet

(9 × A) + (8 × B) + (7 × C) + (6 × D) + (5 × E) + (4 × F) + (3 × G) + (2 × H) + (-1 × I)

een veelvoud van 11 zijn.

Er kunnen met deze combinatie exact 90 miljoen nummers gecreëerd worden. Per eerste cijfer zijn er 9090909 geldige mogelijkheden behalve eerste cijfer 0 (8181818 mogelijkheden) en eerste cijfer 5 (9090910 mogelijkheden).

Geldige voorbeelden zijn: 111222333 en 123456782.

Overgang vanuit een sofi- of onderwijsnummer

Het aantal cijfers van het onderwijsnummer is gelijk aan dat van het burgerservicenummer, beide nummers bestaan uit (8 of) 9 cijfers. Het onderwijsnummer begint echter altijd met een 1 gevolgd door een of twee nullen. Deze combinatie, begincijfer 1 gevolgd door een of twee nullen, komt ook voor bij (oudere) burgerservicenummers. Hierdoor is het onderwijsnummer dus niet te onderscheiden van een burgerservicenummer. Dit kan wel door een andere controle, namelijk een andere 11-proef; deze is bij het onderwijsnummer vervangen door: MOD ((9×A + 8×B + 7×C + 6×D + 5×E + 4×F + 3×G + 2×H):11)= I+5

Btw-nummer

Het btw-nummer voor een eenmanszaak is doorgaans zijn of haar BSN met de toevoeging B99.[6] De laatste 2 cijfers zijn in dit geval het aantal keer dat een btw-nummer is toegekend aan deze persoon. De eerste keer zal het btw-nummer het suffix B01 krijgen. Indien deze persoon vervolgens de zaak stopzet en later weer opstart krijgt het btw-nummer het suffix B02.

De Belastingdienst heeft daarom in 2020 eenmanszaken van een extra btw-identificatienummer (btw-id) voorzien voor de communicatie met derden. Voor de aangifte moet nog wel het oude btw-nummer gebruikt worden – dat heet sinds 2020 het omzetbelastingnummer (ob-nummer). Eenmanszaken hebben nu dus twee nummers voor de omzetbelasting.

Zie ook

Referenties

  1. Regeling burgerservicenummer | Geldend van 01-01-2024 t/m heden. wetten.overheid.nl.
  2. Logisch ontwerp BSN | versie 1.4 definitief | (8 oktober 2016). Rijksdienst voor Identiteitsgegevens. Gearchiveerd op 3 oktober 2018. , p. 38. Voor de elfproef en voor veel praktische doeleinden voegt men een voorloopnul toe aan het nummer om het negencijferig te maken.
  3. Wetsvoorstel algemene bepalingen burgerservicenummer. zoek.officielebekendmakingen.nl.
  4. (Bron: antwoord op vragen door SBV-Z, dd 16 juli 2015).
  5. Artikel 103b. Gebruik persoonsgebonden nummer door bevoegd gezag | Regeling vervallen per 01-08-2022. wetten.overheid.nl.
  6. Antwoord op kamervragen 25 mei 2011. Gearchiveerd op 27 mei 2014. Geraadpleegd op 8 juni 2023.