Het Atheneum Illustre aan de Oudezijds Voorburgwal te Amsterdam

Balthasar Coymans (1555 - 1634) was een koopman afkomstig uit Antwerpen. Hij was de zoon van Jeronimus Coymans (de oude) (1503-1580) uit Antwerpen en Constantia Spinelli (ca. 1516-1581) uit Pavia, die uit een Florentijnse bankiersfamie stamde. Hij en zijn broers Caspar, Jeronimus en Thomas behoorden tot de rijkste kooplui in de havenstad. Coymans trouwde in 1588 met Isabella (Elisabeth) de Pickere (1566-1624). Via Hamburg kwam hij eind 1592 in Amsterdam terecht. Coymans handelde op Italië en de Levant en financierde in 1598 de expeditie van Jacques Mahu.

In 1602 behoorde hij tot de grote investeerders in de VOC met een bedrag van 18.000 gulden. Hij woonde op de Fluwelenburgwal, naast het Athenaeum Illustre. Balthasar had een hofstede in de Purmer[1] en vanaf 1627 een buitenplaats bij Wijk aan Zee, genaamd Westerhout.[2]

Keizersgracht 177, de Coymanshuizen in 2008

Coymans was een internationale bankier die onder de dekmantel van zijn bedrijf koeriersdiensten tussen Orange en Den Haag verleende.[3] In 1631 behoorde hij tot de vijf hoogstaangeslagen Amsterdammers.

Coymans had zeker tien kinderen:

Zijn zoons Balthasar II en Johannes Coymans (1601-1657) zetten het handelshuis van de familie Coymans voort op de Keizersgracht.

Literatuur

[bewerken | brontekst bewerken]