Allert de Lange was zoon van een houthandelaar uit de Zaanstreek en vertelde zijn ouders, na de HBS te hebben doorlopen, dat hij het boekenvak in wilde. Allert verliet op zeventienjarige leeftijd Zaandam om als leerling-boekverkoper te gaan werken bij boekhandel Tj. van Holkema in Amsterdam. In 1876 ging hij naar Brussel en werkte daar twee jaar in de Librairie Mucquardt en daarna naar Londen, Engeland, waar hij nog twee jaar werkte bij Hachette. Toen had hij genoeg gespaard om als boekhandelaar te beginnen en keerde hij terug naar Nederland.
Op 1 april 1880, begon de 25-jarige Allert de Lange zijn boekhandel aan het Damrak no. 62 in Amsterdam. Hij woonde daar boven de zaak en had één loopjongen in dienst.
Door zijn huwelijk, met Rijkje Middelhoven, dochter van een houthandelaar, was Allert een vermogend man geworden. Door het vermogen van zijn vrouw was het in 1885 mogelijk het pand op het Damrak te kopen.
Als uitgever van verschillende series en succesvolle publicaties werd de Lange erg bekend. Zijn boekhandel liep dan ook als een trein.
Gerard de Lange neemt zaak over
Na zijn overlijden in 1932 werd de zaak door zijn zoon Gerard de Lange (1896-1935) overgenomen. Gerard had er aanvankelijk geen zin in om in de zaak van zijn vader te werken, en besloot op zeventienjarige leeftijd, na de HBS, een opleiding te gaan volgen aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Na enige jaren het militaire bestaan volgehouden te hebben, kwam hij terug in Amsterdam en ging op wens van zijn vader toch in de zaak werken, waar hij in 1922 door zijn vader als mede-vennoot in de firma werd opgenomen.
Na het plotselinge overlijden van zijn vader in 1932 kwam Gerard, die er een flamboyante levensstijl op nahield, niet meer op de zaak. Iedere ochtend liet hij zijn procuratiehouder, A.P.J. Kroonenburg (1902-1977), die reeds vanaf 1921 bij Allert de Lange in dienst was, bij zich komen in het restaurant van Schiphol of het Carlton Hotel, om de lopende zaken te bespreken.
Emigrantenliteratuur bij Verlag Allert de Lange
Hilda van Praag-Sanders, de echtgenote van Siegfried van Praag (1899-2002), had na de machtsovername door Hitler in Duitsland in 1933 het plan opgevat in Nederland een Duitstalige uitgeverij op te richten.
Omdat Siegfried van Praag zijn boeken liet uitgeven door de uitgeverij Allert de Lange, nam Hilda contact op met Gerard de Lange, hetgeen uiteindelijk resulteerde in de oprichting van Verlag Allert de Lange.
Hilda bezocht met haar man een aantal Duitse schrijvers zoals: Felix Salten, Arnold en Stefan Zweig, Max Brod en Joseph Roth om ze te polsen over medewerking aan de nieuwe firma. De zwerftocht van de schrijvers Bertolt Brecht, Max Brod, Ödön von Horvath, Joseph Roth en Stefan Zweig, was begonnen in 1933. Eerst kozen ze verblijf in omringende landen, later weken ze uit over de hele wereld. Brecht reisde via Praag naar Zwitserland en daarna naar Parijs, Denemarken, Zweden, Finland, Moskou, de Verenigde Staten en kwam na de oorlog weer terug in Berlijn.
Na een conflict kwam aan de samenwerking van het Verlag met het echtpaar Van Praag al spoedig een eind en zocht Gerard de Lange contact met Hermann Kesten (1900-1996), die lector geweest was bij Gustav Kiepenheuer in Berlijn en die bereid bleek deze zelfde functie bij De Lange te bekleden. Als medelector trok hij Walter Landauer (1904-1944) aan die ook bij Kiepenheuer werkzaam was geweest. Op het voorbereidende werk van Hilda van Praag-Sanders werd door hen voortgebouwd en een keur van geëmigreerde schrijvers werd door de nieuwe uitgeverij aangetrokken.
Na de vroege dood van Gerard de Lange in 1935, hij overleed aan een delirium, kwam de leiding van de Duitstalige afdeling van de uitgeverij in handen van A.P.J. Kroonenburg, gesteund door Kesten en Landauer, die tot 1940 de meeste uitgaven zou verzorgen.
Van 1933 af tot juni 1940 werden 91 Duitstalige uitgaven in omloop gebracht door Verlag Allert de Lange, waaronder ook werken van anderen dan emigranten.
Bij de vormgeving van de Duitse boeken waren onder anderen betrokken Henri Friedländer (1904-1996), die drieëntwintig ontwerpen voor Verlag Allert de Lange verzorgde en Paul Urban (1901-1937 ? ), die er vierendertig ontwierp. Léon Holman (1906-1943) verzorgde twee banden en Fré Cohen (1903-1943) ontwierp één band.
Duitse bezetting 10 mei 1940
Walter Landauer wist na de Duitse bezetting aanvankelijk onder te duiken, maar werd later gearresteerd en stierf eind 1944 de hongerdood in het kamp Bergen-Belsen.
Hermann Kesten was tijdens de inval van de Duitsers in mei 1940 in Frankrijk en wist van daar naar de Verenigde Staten te ontkomen.
Op 21 juni 1940 moest Kroonenburg op bevel van Obersturmbanführer Jäger de activiteiten van het Verlag Allert de Lange staken. De voorraad boeken werd in beslag genomen en kwam terecht in een pakhuis in de O.L. Vrouwesteeg in Amsterdam, waar zij de rest van de bezettingstijd bleven liggen.
Na de bevrijding verkocht Allert de Lange de voorraad die bewaard gebleven was, in een pand naast de winkel op het Damrak.
In 1940 verliet het omvangrijke archief van Allert de Lange, meegenomen door de nazi's, Amsterdam om ten slotte in 1991 via Berlijn, Dresden, Moskou en Potsdam daar weer terug te keren. Het uitgeversarchief met onder andere de uitvoerige correspondentie gaat niet alleen over de uitgaven zelf, maar laat ook zien wat de schrijvers bezighield en hoe zij dachten over hun eigen werk. Na de terugkeer van het archief werd het ondergebracht bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
Uitgaven Allert de Lange Exil tussen 1933 en 1940
De 91 Duitstalige uitgaven van Verlag Allert de Lange. Niet alle auteurs waren emigranten. Ook anderen zoals Winston Churchill en Giuseppe Borgese werden uitgegeven
Kaus, Gina. Die Schwestern Kleh. 1933
Kesten, Hermann. Novellen Deutschen Dichter der Gegenwart. 1933
Brod, Max. Die Frau die nicht enttäuscht. 1933
Roth, Joseph. Hiob. Roman eines einfachen Mannes. 1933
Winsloe, Christa. Das Mädchen Manuela. 1933
Roth, Joseph. Der Antichrist. 1934.
Brod, Max. Die Berauschten. 1934
Kesten, Hermann. Der Gerechte. 1934
Hermann, Georg. Ruth's schwere Stunde. 1934
Roth, Joseph. Der Antichrist. 1934
Brod, Max. Heinrich Heine. 1934
Neumann, Alfred. Neuer Caesar. 1934
Brecht, Bertold. Dreigroschenoper. 1934
Tschuppik, Karl. Maria Theresia. 1934
Thomas, Adrienne, Dreiviertel Neugier 1934
Schickele, René. Liebe und Argernis des D.H. Lawrence. 1934
Kisch, Egon Erwin. Geschichten aus sieben Ghettos. 1934
Ritter/Kesten. Jahrbuch 1934/35. 1934
Bruckner, Ferdinand. Mussia. Erzählung eines frühen Lebens. 1935
Polgar, Alfred. In der Zwischenzeit. 1935
Brod, Max. Novellen aus Böhmen. 1935
Neuman, Alfred. Der Teufel. 1935
Asch, Shalom. Kinder in der Fremde.1935
Hermann, Georg. Rosenemil. 1935
Polgar, Alfred. In der Zwischenzeit. 1935
Kaus, Gina. Katharina die Grosse.1935
Kesten, Hermann. Ferdinand und Isabella. 1935
Roth, Joseph. Die hundert Tage. 1935
Thomas, Adrienne. Die Katrin wird Soldat. 1935
Wolff, Theodor. Der Marsch durch zwei Jahrzehnte. 1935
Natonek, Hans. Der Schlemil, ein Roman vom Leben des Adelbert von Chamisso. 1935
Brod, Max. Annerl. 1936
Keun, Irmgard. Das Mädchen, mit dem die Kinder nicht verkehren durften. 1936
Kisch, Egon Erwin. Landung in Australien. 1936
Marcu, Valeriu. Machiavelli oder die Schule der Macht. 1936
Mennicke, Karl August. Der Mensch im All. Einführing in das Verständnis Rilkes. 1936
Neumann, Alfred. Kaiserreich. 1936
Roth, Joseph. Beichte eines Mörders erzählt in einer Nacht. 1936
Schickele, René. Maria Capponi. 1936
Thomas, Adrienne. Katrin ! Die Welt brennt !. 1936
Asch, Schalom. Der Krieg geht weiter. 1936
Witlin, Joseph. Das Salz der Erde. 1936
Brun, Vincenz. Alkibiades. 1936
Bernhard, Georg. Meister und Dilletanten am Kapitalismus im Reiche der Hohenzollern. 1936
Horvath, Ödön von. Jugend ohne Gott. 1937
Katz, Henry William. Die Fischmanns. 1937
Kaus, Gina. Luxusdampfer. 1937
Kesten, Hermann. König Phillipp der Zweite. 1937
Kolb, Annette. Festspieltage in Salzburg. 1937
Kracauer, Siegfried. Jacques Offenbach und das Paris zeiner Zeit. 1937
Tschuppik, Karl. Ein Sohn aus gutem Hause. 1937
Winsloe, Christa. Passeggiera. 1937
Asch, Schalom. Gesang des Tales. 1937
Földes, Jolán. Die Strasse der Fischenden Katze. 1937
Gunther, John. So sehe ich Europa !. 1937
Schickele, René. Die Flaschenpost. 1937
Brod, Max. Abenteuer in Japan. 1938
Horvath, Ödön von. Ein Kind unseren Zeit. 1938
Kaus, Gina. Josephine und Madame Tallien. 1938
Kesten, Hermann. Die Kinder von Gernika. 1938
Kolb, Annette. Festspieltage in Salzburg und Abschied von Österreich. 1938
Neumann, Alfred. Die Goldquelle. 1938
Rosenberg, A. Demokratie und Sozialismus, Zur politischen Geschichte der Letzten 150 jahr. 1938
Valentin, Veit. Weltgeschichte. Völker, Männer, Ideen I. 1938
Walter, Friedrich. Kassandra. 1938
Zweig, Stefan. Ungeduld des Herzens. 1938
Borgese, Giuseppe Antonio. Der Marsch des Fascismus. 1938
Churchill, Winston S. Grosse Zeitgenosse. 1938
Földes, Jolán. Kopf oder Schrift. 1938
Földes, Jolán. Maria vor der Reiseprüfung. 1938
Lundberg, Ferdinand. Amerikas 60 Familien. 1938
Freud, Sigmund. Der Mann Moses und die monotheïstische Religion. Drei Abhandlungen. 1939.
Blei, Franz. Zeitgenössische Bildnisse. 1939
Brentano, Bernard von. Die Ewigen Gefühle. 1940
Kaus, Gina. Der Teufel nebenan. 1939
Roth, Joseph. Die Legende vom heiligen Trinker. 1939
Thomas, Adrienne. Von Johanna zu Jane. 1939
Traven, Ben. Ein General kommt aus dem Dschungel. 1939
Valentin, Veit. Weltgeschichte. Völker, Männer, Ideen. II. 1939
Wilhelm II. Ursprung und Anwendung des Baldachins. 1939
Zweig, Stefan. Jeremias. Ein dramatische Dichtung in neun Bildern. 1930
Zweig, Stefan. Worte am Sarge Sigmund Freud. 1939
Bonaparte, Marie. Topst. Die goldhaarige Chow. 1939
Churchill, Winston S. Schritt für Schritt. 1939
Gunther, John. So sehe ich Asien. 1939
Csokor, Franz Theodor. Als Zivilist im polnischen Krieg. 1940
Mahler-Werfel, Alma. Gustav Mahler. Erinnerungen und Briefe. 1940
Selinko, Annemarie. Heut heiratet mein Mann. 1940
Walter, Friedrich. Tobias. 1940
Asch, Schalom. Der Nazarener. 1940
Henriques, Robert David Quixano. Ohne Waffen, ohne Wehr. 1940
Krivitsky, Walter G. Ich war in Stalins Dienst. 1940
17 boeken verschenen als gezamenlijke publicaties onder de naam: Forum Bücherei Amsterdam, deelnemers: Verlag Allert de Lange, Amsterdam; Bermann-Fischer, Stockholm; Querido, Amsterdam
Baum, Vicky. Helene Willfuhr.
Einstein, Alfred. Briefe Deutscher Musiker.
Schnitzler, Arthur. Flucht in die Finsternis und andere Erzählungen.
Wassermann, Jacob. Caspar Hauser.
Mann, Thomas. Das Problem der Freiheit.
Feuchtwanger, L. Jud Süss.
Heine, Heinrich. Meisterwerke.
Kolb, Annette. Das Exemplar.
Ludwig, Emil. Napoleon.
Mann, Heinrich. Die kleine Stadt.
Mann, Theodor. Die schönsten Erzählungen Deutscher Romantiker. 2 delen.
Neuman, Alfred. Der Patriot.
Werfel, Franz. Die 40 Tage des Musa Dagh. 2 delen
Zweig, Stefan. Marie Antoinette. Maria Stuart. 2 delen
G.A. von Winter (samensteller), Catalogus van de tentoonstelling: Deutsche Emigrantenliteratur in den Niederlanden 1933-1940 in november 1973 in Amsterdam. Een groot aantal van de in Nederland verschenen titels van emigrantenliteratuur en korte biografieën van auteurs worden in deze catalogus beschreven.
Toke van Helmond, 100 jaar Allert de Lange: eigen uitgave van De Lange. Amsterdam 1980.
Kurt Löb, Exil-Gestalten. Deutsche Buchgestalter in den Niederlanden 1931-1950, dissertatie Universiteit van Amsterdam 1994. Handelsuitgave bij Gouda Quint, Arnhem 1995.
Kerstin Schoor, Verlagsarbeit im Exil. Untersuchungen zur Geschicht der deutschen Abteilung des Amsterdamer Allert de Lange Verlages 1933-1940. Amsterdam-Atlanta 1992.
Bronnen, noten en/of referenties
↑"Allert de Lange †", Algemeen Handelsblad 18 mei 1932. Geraadpleegd op 12 april 2021.