Édouard Manet, Portret van Zacharie Astruc, (1866), Kunsthalle Bremen

Zacharie Astruc (Angers, 20 februari 1833 - Parijs, 24 mei 1907) was een Frans kunstcriticus, dichter, schilder en beeldhouwer.

Biografie

[bewerken | brontekst bewerken]
De maskerverkoper (1883), Parijs, Jardin du Luxembourg

Zacharie Astruc was een bekend criticus in Parijs tussen 1859 en 1872. Hij was een fervent supporter van de avant-garde kunstenaars en nam het onder meer op voor Gustave Courbet, Édouard Manet, Claude Monet, James McNeill Whistler, Emile Auguste Carolus-Duran, Henri Fantin-Latour en Alphonse Legros. In 1859 stichtte hij in Parijs het tijdschrift Le Quart d'heure, gazette des gens demi-sérieux (Het kwartier, krant van de halfernstige mensen). Hij begon als journalist bij L'Echo de Paris en schreef in kranten en tijdschriften zoals Le Salon (1863), L'Etendard (1866–68), Echo des Beaux-Arts (mei–juli 1870), Le Pays, Nain jaune en Dix Décembre.[1] Le Salon (1863) was een eigen uitgave tijdens het Salon van 1863. In Marseille begon hij in 1872 met L'Espagne Nouvelle. Naast zijn interesse in de avant-garde kunst is hij een groot liefhebber en kenner van de Japanse kunst. Hij schreef ook poëzie en componeerde. Astruc was lid van de Batignolles-groep, een groep van jonge avant-garde schilders rond Édouard Manet die tussen 1869 en 1875 bijeen kwamen in het Quartier des Batignolles. Het was Zacharie die Monet bij Manet introduceerde. Hij was ook een stamgast in het Café de la Nouvelle Athènes aan de Place Pigalle, van 1871 tot het einde van de 19e eeuw de plaats waar de impressionisten elkaar ontmoetten. Hij figureert op het beroemde doek van Henri Fantin-Latour Un atelier aux Batignolles waarop de leden van de Groupe des Batignolles vereeuwigd werden. Astruc is gezeten naast zijn vriend Manet, die zijn portret schildert.[2]

Astruc nam zelf deel aan de eerste tentoonstelling van de impressionisten in 1874, waar zijn doek Les Présents Chinois getoond werd, en hij werd toegelaten op het Salon van 1869. Op de Salons van 1882, 1883, 1885, 1886 en op de Exposition Universelle van 1889 krijgt hij eervolle vermeldingen en op de Exposition Universelle van 1900 een bronzen medaille. Hij was medeoprichter van de Société des artistes français die de Salon des artistes français zou inrichten vanaf 1881 als opvolgster van de Salon, ingericht door de Académie royale de peinture et de sculpture.

Voor het schilderen ontwikkelde hij een nieuwe techniek, waarbij hij de verf met watten op het doek aanbracht in plaats van met een penseel.

In 1890 werd Astruc vereerd met de Légion d'honneur.

Zijn grafmonument op het Cimetière du Montparnasse te Parijs werd gemaakt door Raymond Sudre.

Werken

[bewerken | brontekst bewerken]

Geschriften

[bewerken | brontekst bewerken]

Beeldhouwwerken

[bewerken | brontekst bewerken]

Van de marmeren en bronzen werken zijn er meestal ook een of meerdere gipsen exemplaren bewaard gebleven. Ook van de gipsen werken komen frequent meerdere exemplaren voor.[3]

Schilderwerk

[bewerken | brontekst bewerken]

Galerij

[bewerken | brontekst bewerken]


[bewerken | brontekst bewerken]