Veemarkt; illustratie in een negentiende-eeuws prentenboek
Bioscoopjournaal uit september 1936. Beelden van een veemarkt in de open lucht in de omgeving van Arnhem
Veemarkt van Leeuwarden in 1949
Veemarkt in Newport, Wales
Veemarkt op het Martiniplein in Sneek, 1903
Veemarkt in Malton
Veemarkt Amsterdam, kantinegebouw
Veemarkt in Tienen, België (voor 1914)

Een veemarkt is een markt waarop levend vee wordt verhandeld.

Omdat vee sinds de vroege oudheid een grote rol speelt in het leven van de mens, zijn veemarkten al duizenden jaren op alle continenten te vinden. Het Forum Boarium (markt voor runderen) in het antieke Rome is een voorbeeld uit de oudheid en tal van steden in Nederland en België kennen pleinen met namen die naar de handel in vee in het openbaar verwijzen, zoals de Veemarkt in Amsterdam, Tilburg of Kortrijk, Beestenmarkt in Leiden, Koemarkt in Purmerend of Paardenmarkt in Antwerpen. Uit speelfilms en romans zijn de cowboys uit de Verenigde Staten bekend, die te paard grote kuddes koeien van de velden naar de markten voerden.

Van oudsher is de handel aan regels gebonden, een voorbeeld is bekend uit de Codex Hammurabi, een verzameling regels samengesteld in Mesopotamie ongeveer 1780 voor Chr.

Handslag

[bewerken | brontekst bewerken]

Op traditionele veemarkten in Nederland en België werd en wordt het vee meestal middels handslag verkocht, ook "handjeklap" genoemd. Daarbij slaat degeen die een prijs noemt (bieder of later) de hand van boven naar beneden op de opgehouden open hand van de ander, zolang tot men een prijs heeft bereikt die voor beide aanvaardbaar is. Dan gaf men elkaar een hand om de koop te bezegelen. Lukte dat niet, trok men de hand op de rug. Als het handjeklap lang duurde, werd er stevig over de prijs onderhandeld. Iedere markt had zijn eigen regels. Sommige plaatsen waren vanwege hun veemarkt bekend en de toeloop op markdagen was niet alleen voor de boeren maar ook voor hotels, horeca en detailhandel van belang. Tijdens jaarlijkse markten werd daarom ook vaak ook een kermis georganiseerd.

Nederlandse markten

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1965 kende Nederland nog zeventien veemarkten.[1] De meeste markten zijn in het begin van de 21e eeuw gesloten in verband met de mkz-crisis (2001). Alleen in Leeuwarden en Purmerend wordt in Nederland nog een veemarkt gehouden. Deze markten spelen een grote rol in de prijsvorming van het vee. Maakten de veemarkten in Nederland in het recente verleden deel uit van het gemeentelijk marktwezen, daarvoor waren ze verankerd in het leenstelsel, waar een vorst, kerk, klooster of leenheer de regels bepaalde en ook tegenwoordig zijn de markten niet in publieke hand maar georganiseerd in een stichting of vereniging. Naast de regelmatig gehouden veemarkten zijn er gespecialiseerde paardenmarkten.

Leeuwarden

[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel er tot in 1992 ook een veemarkt in Sneek was, groeide de markt in Leeuwarden sneller en werd ze de belangrijkste markt voor Noord-Nederland. De markt wordt geëxploiteerd door de Stichting Veehandelcentrum Noord- Nederland. In 2021 verhuisde ze naar bedrijventerrein Hemrik. Dat jaar passeerden ca. 150.000 dieren de markt.[2]

Purmerend

[bewerken | brontekst bewerken]

Vroeger werd deze gehouden op de Koemarkt. Per 1 maart 2008 is de veemarkt in Purmerend overgegaan in particuliere handen. Op dinsdag worden nuchtere kalveren verhandeld, op woensdag schapen en op vrijdag runderen.

Voorheen

[bewerken | brontekst bewerken]

Voorheen waren er veel veemarkten, onder anderen in:

Online

[bewerken | brontekst bewerken]

Door strengere wetgeving omtrent vervoer en samenkomst van levende have is het aantal fysieke veemarkten afgenomen en zijn er verschillende online veemarkten ontstaan.[16][17]

Belgische markten

[bewerken | brontekst bewerken]

In het Koninklijk Besluit van 9 juli 1999 staat dat alleen nog erkende veemarkten kunnen blijven voortbestaan. Het zijn er dan nog negen. Er moet zwaar worden geïnvesteerd om aan de nieuwe Europese regels te voldoen. Anderlecht was de eerste markt die aan de nieuwe regels voldeed, maar hield eind 2008 op te bestaan. De handel via veemarkten loopt in België hard achteruit, van 800 000 runderen in 1980 tot 365 000 in 2002.

Ciney

[bewerken | brontekst bewerken]

Ciney heeft de grootste markt voor mager vee, in de regel geen slachtvee. Wel worden er oude melkkoeien verkocht om onmiddellijk te worden geslacht. In 2000 werden de markten van Anderlecht en Ciney aangeklaagd door GAIA wegens dierenmishandeling. De Brusselse correctionele rechtbank achtte in 2002 het filmmateriaal dat GAIA als bewijs aanvoerde niet toelaatbaar en sprak de handelaren vrij. Naar aanleiding van Europese richtlijnen om uitbraken van dierenziektes te voorkomen, is in Ciney voor ruim 1,5 miljoen euro in dierenwelzijn en sanitaire veiligheid geïnvesteerd.

Sint-Lievens-Houtem

[bewerken | brontekst bewerken]

Sint-Lievens-Houtem heeft de grootste jaarlijkse veejaarmarkt van Vlaanderen.

Zomergem

[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds 1853 wordt in Zomergem jaarlijks de Vette Veemarkt georganiseerd, thans op het marktplein van de gemeente. Meestal wordt die gehouden op een vaste datum: op zondag én drie weken voor Pasen. Met de 143ste editie in 2010 werd er opnieuw aangeknoopt met de oude traditie, namelijk het presenteren én verkopen van slachtrijpe dieren. Dit evenement gaat steeds gepaard met tal van randanimatie.

Voorheen

[bewerken | brontekst bewerken]

Voorheen waren er ook veemarkten in onder andere:

[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Livestock markets van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.