Trojaanse vrouwen (Oudgrieks Τρωιαδες, Lat. Troades) is een tragedie van de oud-Griekse toneelschrijver Euripides. Het werk werd opgevoerd in 415 v.Chr. en verwijst via de mythische Trojaanse Oorlog naar het beleg van Melos en de gruwelen na de val van Melos.

Inhoud

Dramatis personae

zonder tekst:

Synopsis

Het koor wordt gevormd door Trojaanse vrouwen die aan de wallen van het brandende Troje huiverend hun noodlot afwachten. Het stuk bestaat uit een reeks taferelen die een vooruitblik geven op de duistere toekomst van Hekabè, Kassandra, Polyxena en Andromache. Het stuk is een felle aanklacht tegen de gruwelen van de oorlog.

Bespreking

Trojaanse vrouwen is Euripides' literaire antwoord op de wreedheid en de blinde, imperialistische vernietigingsdrang van zijn vaderstad Athene tijdens de Peloponnesische Oorlog. Na een korte periode van wapenstilstand was in 416 v.Chr. de strijd in alle hevigheid weer opgelaaid na de inname van het eiland Melos door de Atheners.

Euripides schreef Trojaanse vrouwen een jaar na de afslachting en onderwerping van de bewoners van Melos. De tragedie voltrekt zich tegen de achtergrond van de mythische Trojaanse Oorlog, maar voor elke Griek was de verwijzing naar de actuele politiek zonder meer duidelijk. Het stuk is in de eerste plaats het verhaal van de vernietigende werking van de oorlog, een relaas over rouw en afscheid, maar het is ook een stuk over schuld en verantwoordelijkheid en over de relativiteit van winst en verlies.

Het thema van de Trojaanse vrouwen keert ook nog terug in andere stukken van Euripides:

Trivia

Nederlandse vertalingen