Voor de verouderde vogelnaam, zie Spreeuw.

Staar is de benaming voor twee zeer verschillende oogziekten. Beide kunnen leiden tot verlies van het gezichtsvermogen. Staar werd voor het eerst beschreven aan het eind van de 16e eeuw door Kiliaan, toen nog voornamelijk in de betekenis van cataract.^[1] In die tijd was de kennis van oogziekten nog zeer beperkt, waardoor beide oogaandoeningen vaak als één werden beschouwd.

Om ondubbelzinnig een van beide oogaandoeningen te benoemen, is de term staar niet geschikt. Het is nodig de naam van de ziekte zelf te gebruiken.

• Cataract (grijze of grauwe staar): vertroebeling van de ooglens. Dit kan worden veroorzaakt door een trauma of worden versneld door diabetes mellitus (suikerziekte). Deze aandoening wordt vaak verholpen door de zogenaamde cataractextractie ("staaroperatie”). Daarbij wordt de troebele lens vervangen door een implantaat.
• Glaucoom (groene staar): verhoogde druk van het glasvocht in de oogbol. Dit kan de oogzenuw beschadigen. Als deze eenmaal beschadigd is, dan is deze schade onomkeerbaar. Mits op tijd geconstateerd, zijn er verschillende behandelmogelijkheden, afhankelijk van de onderliggende oorzaak.