Zie Catharinakathedraal voor andere kathedralen die aan een van de heilige Catharina's zijn gewijd.
Sint-Catharinakathedraal
Het westfront aan de Lange Nieuwstraat
Plaats Utrecht
Denominatie rooms-katholiek
Gewijd aan Catharina van Alexandrië
Coördinaten 52° 5′ NB, 5° 7′ OL
Gebouwd in 1470-1551
Uitbreiding(en) 1895-1900
Restauratie(s) 1955-1965
Monumentale status Rijksmonument
Monumentnummer  36264
Architectuur
Stijlperiode Laat-gotiek
Interieur
Orgel Michaël Maarschalkerweerd
Kerkprovincie
Aartsbisdom Utrecht
Detailkaart
Sint-Catharinakathedraal (Binnenstad)
Sint-Catharinakathedraal
Afbeeldingen
Interieur gezien naar het oosten
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Christendom
Interieur richting het westen met het Maarschalkerweerd-orgel

De Sint-Catharinakathedraal, beter bekend als de Catharijnekerk, is een kerk in de Nederlandse stad Utrecht, die in gebruik is als de kathedraal van het rooms-katholieke aartsbisdom Utrecht.

Kloosterkerk

In 1468 begonnen de karmelieten hier met de bouw van een klooster, maar nog voordat de gebouwen voltooid waren moesten zij in 1529 plaatsmaken voor de johannieters. Deze kloosterlingen waren tot dan toe gevestigd geweest op het Catharijneveld, maar moesten daar vertrekken omdat op die plaats een dwangburcht (kasteel Vredenburg) gebouwd werd op last van keizer Karel V.

De johannieters voltooiden het kloostercomplex dat bekend kwam te staan als het Catharijneconvent. De kloostergebouwen zijn grotendeels bewaard gebleven en herbergen tegenwoordig het Museum Catharijneconvent; de kloosterkerk, gewijd aan beschermheilige Catharina van Alexandrië, kwam in 1560 gereed. Het is een grote kruiskerk in gotische stijl, die meer specifiek invloed vertoont van de Brabantse gotiek met zijn ronde zuilen en koolbladkapitelen. Het was de laatste middeleeuwse kerk die in Utrecht tot stand kwam. Bij de Hervorming in 1580, nog maar twintig jaar na de voltooiing, werd zij buiten gebruik gesteld en voor wereldlijke doeleinden ingericht, tot zij vanaf 1636 door de protestanten werd gebruikt.

In de Catharijnekerk zijn in de jaren daarna verschillende bekende Utrechters begraven, zoals de streng calvinistische theoloog Gisbertus Voetius en de schilders Abraham Bloemaert en Gerard van Honthorst.

Kathedraal

Na de invoering van de godsdienstvrijheid in 1795 gingen de katholieken in Utrecht op zoek naar kerkruimten. Als enige van de middeleeuwse kerken in Utrecht werd de Catharijnekerk in 1815 teruggegeven aan de katholieken, eerst als garnizoenskerk, vanaf 1842 als parochiekerk, waarna zij, bij het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie, in 1853 tot kathedraal verheven werd.

Het gebouw werd vervolgens van 1859 tot 1901 door het atelier van Friedrich Wilhelm Mengelberg in neogotische stijl versierd, en in 1900 werd het schip door architect Alfred Tepe met één travee naar het westen toe verlengd. De nieuwe westpartij, waarvan de gevel een vrij getrouwe kopie van de oude was, kreeg een 53 meter hoge toren die geïnspireerd is op die van het stadhuis in Kampen. Het monumentale westvenster uit 1902 (Verdrijving uit het Paradijs van Adam en Eva en Het Laatste Oordeel) is van glazenier Cornelis van Straaten.

Bij een restauratie van 1955 tot 1965 werden de meeste neogotische elementen weer verwijderd en werd het interieur grotendeels teruggebracht naar de situatie in 1636 die is vastgelegd op tekeningen van Pieter Jansz Saenredam. De waardering voor de neogotiek is sindsdien echter gegroeid. In 2003 bleek het mogelijk om de veertien kruiswegstaties van Mengelberg uit 1898 in de kerk te herplaatsen.

Plan tot sluiting en terugdraaiing

Op 28 mei 2018 maakte met parochiebestuur van de Personele Unie van de drie samenwerkende Utrechtse parochies bekend dat de kerk wegens financiële tekorten van de gezamenlijke Utrechtse parochies op termijn aan de eredienst zou moeten worden onttrokken. In de plannen werd de kathedrale functie verplaatst naar de Sint-Augustinuskerk en zou het gebouw worden overgedragen aan het aangrenzende Museum Catharijneconvent.[1]

Op 2 maart 2019 maakte het bestuur bekend dat de aartsbisschop van Utrecht, kardinaal W.J. Eijk het besluit had genomen de procedure die zou leiden tot de sluiting van de Ste.-Catharinakathedraal stop te laten zetten, vanwege het gebrek aan draagvlak voor de sluiting en vanwege het nationale belang van deze Metropolitane Kathedraal van de Nederlandse Kerkprovincie.[2]

Inventaris

Orgels

Hoofdorgel

Het grote orgel boven de hoofdingang werd gebouwd in 1903 door de Utrechtse orgelbouwer Michaël Maarschalkerweerd. Aanvankelijk was het een instrument met twee manualen en vrij pedaal. In 1939 werd het met een manuaal uitgebreid. Het heeft sindsdien 31 registers. In 1996 is het orgel gerestaureerd.

Kleinere orgels