Bellenblaasschuim

Schuim is volgens de meest algemene definitie een mengsel van verschillende gasbellen in een vloeistof of vaste stof.

Vloeistofschuimen

[bewerken | brontekst bewerken]
Een voorbeeld van een vloeistofschuim, de zeepbel

Voorbeelden van schuimen die bestaan uit gasbellen omgeven met een vloeistof, zijn wasmiddel en zepen.

Afhankelijk van de schuimstructuur en de elektrostatische eigenschappen van de moleculen ontstaan er schuimen met verschillende grootte, wanddikte en levensduur. In principe is de levensduur van vloeistofschuimen begrensd omdat een vloeistof-schuim-cel ernaar streeft om haar zeer grote verhouding tussen de oppervlaktevloeistof en gas te minimaliseren. Tevens zorgt de zwaartekracht ervoor dat de vloeistof in de celwand langzaam naar onderen stroomt waardoor de wand van de vloeistofschuimcel dunner wordt. Hierdoor zal de celwand uiteindelijk (open)breken.

Vastestofschuimen

[bewerken | brontekst bewerken]
Een voorbeeld van een vastestofschuim, de puimsteen (matgrijze steen in de voorgrond)

Voorbeelden van schuimen die bestaan uit gasbellen omgeven met een vaste stof, zijn puimsteen, kunststofschuim, aerogel metaalschuim, schuimbeton en brood.

Ontstaan schuim

[bewerken | brontekst bewerken]
'Zeeschuim', een voorbeeld van schuim dat ontstaat als gevolg van een natuurlijk mengproces (branding)

Schuim ontstaat in een mengproces tussen een gas en een vloeistof. Voor het mengproces is energie noodzakelijk. Een voorbeeld is het kloppen van slagroom. Ook kan schuim ontstaan als gevolg van een chemische reactie waarbij een gas vrijkomt. Bij vastestofschuimen vindt de schuimvorming plaats in de vloeistoffase van de vaste stof. Een voorbeeld is de vorming van puimsteen. Puimsteen ontstaat wanneer bij een vulkanische uitbarsting de vloeibare lava, die een grote hoeveelheid gassen bevat, zodanig snel afkoelt dat de gasbelletjes de tijd niet krijgen te ontsnappen en in het gesteente vast komen te zitten.

Schuimstructuren

[bewerken | brontekst bewerken]

Schuim heeft een typische structuur en een veelsoortigheid aan vormen. Studies naar de optimale schuimcelvorm zijn studies naar het met een minimaal celoppervlak vullen van een zo groot mogelijke ruimte. Voorbeelden van deze studies zijn:

Antischuimmiddel

[bewerken | brontekst bewerken]

In veel productieprocessen veroorzaakt het schuimen van vloeistoffen problemen. Een schuim heeft andere eigenschappen en gedraagt zich anders dan een vloeistof. Om het schuimen te voorkomen worden antischuimmiddelen toegevoegd. In de levensmiddelenindustrie worden emulgatoren toegevoegd (E471, E900) om het schuimen te voorkomen.

Begrippen

[bewerken | brontekst bewerken]

Schuimsoorten

[bewerken | brontekst bewerken]

Voor een compleet overzicht zie de lijst van schuimen.

Voorbeelden

[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook

[bewerken | brontekst bewerken]

Referenties

[bewerken | brontekst bewerken]
  1. (en) Beschrijving van het probleem: On the Division of Space with Minimum Partitional Area
  2. (en) Plateau's Laws
  3. Computeranimatie van het ontstaan van een schuim
Zie de categorie Foam van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.