Resolutie 288 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 17 november 1970 | |
Nr. vergadering | 1557 | |
Code | S/RES/288 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Blank minderheidsregime in Zuid-Rhodesië | |
Beslissing | Oproep om vorige resoluties uit te voeren. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1970 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Zicht op de Zimbabwaanse hoofdstad Harare (foto mei 2001).
|
Resolutie 288 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd op 17 november 1970 unaniem aangenomen.
In 1965 riep de blanke minderheidsregering in de Britse kolonie Zuid-Rhodesië illegaal de onafhankelijkheid uit. De Verenigde Naties veroordeelden dit en er kwamen sancties. Ondanks de oproep van de Veiligheidsraad bleven sommige landen banden onderhouden met het illegale regime in Zuid-Rhodesië.
De Veiligheidsraad had de kwestie Zuid-Rhodesië overwogen. De resoluties 216, 217, 221, 232, 253 en 277 werden herbevestigd.
De Veiligheidsraad was erg bezorgd om het feit dat sommige landen niet hadden voldaan aan de voorwaarden in de resoluties 232, 253 en 277, ondanks hun verplichtingen in artikel °25 van het Handvest van de Verenigde Naties. De verantwoordelijkheid van het Verenigd Koninkrijk om het volk van Zuid-Rhodesië zelfbeschikking en onafhankelijkheid te geven en in het bijzonder het beëindigen van de illegale onafhankelijkheidsverklaring, werd herbevestigd.
De Veiligheidsraad hield rekening met het derde rapport van het in resolutie 253 opgerichte comité.
De Veiligheidsraad handelde in overeenstemming met voorgaande beslissingen: