Resolutie 248
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 24 maart 1968
Nr. vergadering 1407
Code S/RES/248
Stemming
voor
11
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Vijandelijkheden tussen Israël en Jordanië
Beslissing Oproep tot naleving staakt-het-vuren
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1968
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Algerije Algerije · Vlag van Brazilië (1960-1968) Brazilië · Vlag van Canada Canada · Vlag van Denemarken Denemarken · Vlag van Ethiopië (1897-1935 en 1941-1974) Ethiopië · Vlag van Hongarije Hongarije · Vlag van India India · Vlag van Pakistan Pakistan · Vlag van Paraguay Paraguay · Vlag van Senegal Senegal
De grens tussen Israël en Jordanië in 1976.
De grens tussen Israël en Jordanië in 1976.

Resolutie 248 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd aangenomen op 24 maart 1968. De resolutie veroordeelde een Israëlische militaire operatie in Jordanië en riep het land op zich aan het een jaar eerder gesloten staakt-het-vuren te houden.

Achtergrond

[bewerken | brontekst bewerken]

Sinds het uitroepen van de staat Israël in 1948 had geen enkel Arabisch land Israël erkend en velen verwachtten niet dat Israël nog erg lang zou blijven bestaan. Na de oorlog van 1956 ontstond opnieuw een fragiel evenwicht. Spanningen liepen in 1967 hoog op. Israël voerde een preventieve aanval uit, hetgeen op zijn beurt leidde tot de Zesdaagse Oorlog. De VN greep onmiddellijk in, waardoor er na zes dagen een staakt-het-vuren kwam.

In deze oorlog verloren Egypte, Syrië en Jordanië grondgebied aan Israël dat ze terug wilden. Omdat ze een echte oorlog niet konden winnen, besloten ze tot een uitputtingsoorlog, waarbij Jordanië vooral steun verleende aan de Palestijnse Fedayin.

Jordanië had de Westelijke Jordaanoever verloren aan Israël. De Palestijnse Fedayin verkasten daarom naar het Jordaanse grensstadje Karame. Vandaaruit voerden ze hun aanvallen op Israël op. Op 21 maart 1968 lanceerde Israël een aanval om hun kampen te vernietigen en leider Yasser Arafat te vatten, de slag om Karame.

Inhoud

[bewerken | brontekst bewerken]

De Veiligheidsraad had de verklaringen van de vertegenwoordigers van Jordanië en Israël gehoord. De documenten die waren voorgelegd door de permanente vertegenwoordigers van Israël en Jordanië, S/8470, S/8475, S/8478, S/8483, S/8484 en S/8486 werden in beschouwing genomen. Ook werden de documenten die waren voorgelegd door de stafchef van UNTSO, zoals in de documenten S/7930/Add.64 en Add.65, in beschouwing genomen.

De Veiligheidsraad riep resolutie 236 in herinnering, waarin iedere vorm van inbreuk op het staakt-het-vuren was veroordeeld. Opgemerkt werd dat de militaire actie van Israël op het grondgebied van Jordanië een geplande grootscheepse militaire actie was. Voorts werd opgemerkt dat militaire acties, gezien het bestand, niet toegestaan waren en dat vorige zulke acties mee waren gewogen. De Veiligheidsraad herinnerde aan resolutie 237, waarin de regering van Israël werd opgeroepen de veiligheid, welzijn en beveiliging te garanderen voor de bewoners van gebieden waarin militaire operaties hadden plaatsgevonden.

Werken van of over dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 248 op de Engelstalige Wikisource.