Resolutie 2073 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 7 november 2012 | |
Nr. vergadering | 6854 | |
Code | S/RES/2073 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Somalische burgeroorlog | |
Beslissing | Autoriseerde de Afrikaanse Unie om haar vredesmissie 4 maanden te verlengen. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2012 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Azerbeidzjan · Colombia · Duitsland · Guatemala · India · Marokko · Pakistan · Portugal · Zuid-Afrika · Togo
| ||
Sierra Leoonse troepen worden geschouwd door hun commandant en Amerikaanse instructeurs na hun opleiding voor deelname aan AMISOM. Bijna duizend Sierra Leoonse militairen namen deel aan deze opleiding; Foto: juni 2012.
|
Resolutie 2073 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd door de VN-Veiligheidsraad met unanimiteit van stemmen aangenomen op 7 november 2012 en gaf de Afrikaanse Unie toestemming om diens AMISOM-vredesmacht in Somalië met vier maanden te verlengen.[1]
In 1960 werden de voormalige kolonies Brits Somaliland en Italiaans Somaliland onafhankelijk en samengevoegd tot Somalië. In 1969 greep het leger de macht en werd Somalië een socialistisch-islamitisch land. In de jaren 1980 leidde het verzet tegen het totalitair geworden regime tot een burgeroorlog en in 1991 viel het centrale regime. Sindsdien beheersten verschillende groeperingen elk een deel van het land en viel Somalië uit elkaar. Toen milities van de Unie van Islamitische Rechtbanken de hoofdstad Mogadishu veroverden, greep buurland Ethiopië in en heroverde de stad. In 2007 stuurde de Afrikaanse Unie met toestemming van de Veiligheidsraad 8000 - later 12.000 - vredeshandhavers naar Somalië. In 2008 werd piraterij voor de kust van Somalië een groot probleem. In september 2012 trad na verkiezingen een nieuwe president aan die met zijn regering de rol van de tijdelijke autoriteiten die Somalië jarenlang hadden bestuurd moest overnemen.
De AU-lidstaten mochten de AMISOM-vredesmacht tot 7 maart 2013 in Somalië houden. De missie mocht alles in het werk stellen om volgende taken waar te nemen:
Vanwege het unieke karakter van de missie werd uitzonderlijk besloten de logistieke bijdrage van de VN tijdelijk uit te breiden voor vijftig bijkomende civiele personeelsleden. De VN bleef voorts logistieke steun verlenen aan maximaal 17.731 militairen.