Resolutie 15 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 19 december 1946 | |
Nr. vergadering | 87 | |
Code | S/RES/15 | |
Stemming | voor 11 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Griekse Grensincidenten | |
Beslissing | Oprichting van een onderzoekscommissie. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1946 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Griekenland, met diens noordelijke buurlanden Albanië, Macedonië – voor 1991 deel van Joegoslavië – en Bulgarije.
|
Resolutie 15 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem goedgekeurd op de 87e vergadering van de VN-Veiligheidsraad in 1946. Enkel over paragraaf °3 werd gestemd.
In 1946 brak de Griekse Burgeroorlog uit, een oorlog tussen de regering en communistische rebellen in het noorden van het land. Volgens Griekenland werden die communisten gesteund door de buurlanden, Albanië, Joegoslavië en Bulgarije, die allemaal kort tevoren communistisch waren geworden. De drie landen ontkenden evenwel de beschuldiging.
In 1947 werd een commissie ter plaatse gestuurd om de zaak te onderzoeken. Toen die in juni rapporteerde verwierp de Sovjet-Unie haar aanbevelingen. De Sovjet-Unie wilde de schuld bij Griekenland leggen, terwijl de Verenigde Staten de drie communistische landen wilden veroordelen. Verschillende ontwerpresoluties van beide landen werden door de ander met het vetorecht tegengehouden; ook een van de VS die de kwestie wilde doorspelen aan de Algemene Vergadering. Een volgende resolutie van de VS die de kwestie definitief van de agenda schrapte werd wel aangenomen.[1]
De resolutie bestond uit de volgende overwegingen: