Hephaistion, Oudgrieks Ἡφαιστίων, of Hephaestion (ca. 356 v.Chr. - herfst 324 v.Chr.) was een zoon van Amyntor, een Macedonisch aristocraat, vriend van Alexander de Grote en waarschijnlijk ook zijn geliefde. Met hem bootste Alexander een scène na waarbij hij en Hephaestion respectievelijk de graven van Achilles en Patroclus bekransten.
Dankzij zijn uitzonderlijke loyaliteit jegens Alexander en door de belangrijke rol die hij gespeeld heeft in het besturen van en het laten omgaan van verschillende volkeren in het rijk kan Hephaestion als de tweede man worden beschouwd, na Alexander.
Alle klassieke schrijvers zijn het erover eens dat Hephaestion tot de grootste vertrouwelingen van de latere Macedonische koningen behoorde. Aangezien dit erg bijzonder was, gaf men aan Hephaestion een eigen heroëncultus.
De vriendschap tussen Alexander en Hephaestion werd al snel vergeleken met de vriendschap van Achilles en Patroclus uit Homerus' Ilias en daarbij vergeleken mooier gemaakt dan hij, waarschijnlijk, in werkelijkheid was. Op deze manier werd net als bij Alexander de heldstatus gegeven aan Hephaestion.
Wat de bijzondere verhouding tussen Alexander en Hephaestion in werkelijkheid ook was, alle mogelijkheden zijn al bedacht. Net als zijn geliefde Alexander, verschijnt Hephaestion in de verhalende overlevering. Enkele voorbeelden:
Welke bedoelingen Hephaestion had met zijn politieke en militaire carrière had, met zijn ongetwijfeld intense vriendschap met Alexander, wordt door de klassieke schrijvers verschillend beoordeeld. Het is daarom voor de geschiedkundigen van tegenwoordig erg lastig om een uit de kern van betrouwbare bronnen, een biografie samen te stellen en tot een juist en rechtvaardig oordeel over Hephaestion te komen.[3]
De exacte sterfdatum van Hephaestion is niet bekend, maar toen hij stierf in oktober 324 v.Chr. was hij nog "een jonge man".[4] Hij moet ongeveer even oud als Alexander zijn geweest en rond 360 v.Chr. geboren zijn. Hij werd geboren als zoon van een Macedonisch adelgeslacht in Pella en[5] werd samen met de kroonprins Alexander en andere zonen van Macedonische adellijke huizen afgebeeld in de residentieschool van Pella en het nymphaion van Mieza. Zijn belangrijkste leraar was zonder twijfel Aristoteles.
Hij verschijnt oorspronkelijk voor eerst als officier van de hetairoi, met een eigen commando tijdens Alexanders tocht van Tyrus naar Egypte in de late herfst van 332 v.Chr.. Hij voerde ook de vloot daarheen.[6] Op 1 oktober van het jaar 331 v.Chr. wordt hij tijdens de Slag bij Gaugamela door een vijandelijke speer verwond. Dat bericht Lucius Flavius Arrianus,[7] zonder daarbij een rang op te geven.
In het proces tegen Philotas in de herfst van 330 v.Chr., is Hephaestion aanwezig bij de veroordeling en foltering.[8] Nadat Philotas gestorven is, verdeelt Alexander het commando van de hetairoi onder twee generaals, namelijk: Hephaestion, zoon van Amyntor en Clitus, zoon van Dropidas. Daarmee halveerde Alexander het Hetairoiverband, wat ervoor zorgde dat zulk groot belang in het rijk in tweeën werd gesplitst, zodat voor zulke goede vrienden niet meer zulke grote belangen hadden.[9]