Periglaciaal is een bijvoeglijk naamwoord dat betrekking heeft op de niet onder (gletsjer)ijs liggende streken langs de randen van ijzige gebieden en de daar heersende omstandigheden en de erdoor veroorzaakte verschijnselen. De term kan dus gebruikt worden om een gebied, omstandigheden en verschijnselen mee te beschrijven. Daarbij is de term zowel in de actuele situatie als in de geologie in gebruik. In de geologie wordt de term gebruikt bij plaatsen, verschijnselen en omstandigheden die met de actuele situatie overeenkomen en dateren uit de Pleistocene ijstijden.

Een periglaciaal meer is gevormd waar de natuurlijke drainage van de topografie door een ijsblad, een ijsvlakte of een gletsjer wordt belemmerd.

Periglaciatie

Periglaciatie is het overeenkomstige zelfstandig naamwoord met periglaciaal, waarmee men bedoelt 'periglaciale voorwaarden', zoals een gebied met een permafrost. Periglaciatie komt dicht bij berggletsjers voor. Op lagere niveaus vormt het een streek van koude rond continentale gletsjers in een wijd verspreid gebied, die misschien 20% van het aardoppervlak bevatten.

Effecten op het landschap

Het moeten in het Pleistoceen, door vorstactie, gevormde landschappen zijn. Ongeveer 1/3 van het oppervlak van de Aarde kan als periglaciaal worden aanschouwd. Het heersende landschap wordt ook weleens toendra genoemd. Periglaciatie kan onder andere: solifluctie, gelifluctie, vallende rotsen en vorstkruipen veroorzaken.

Factoren die de plaats beïnvloeden

Landvormen geassocieerd met periglaciale milieus

Voorbeeld van een blokveld in Mount Kenya