Morfofonologie (haplologisch: morfonologie) is het deelgebied van de theoretische taalkunde dat zowel tot de morfologie als de fonologie behoort.

De term morfo(fo)nologie werd in 1929 geïntroduceerd door de Russische taalkundige Nikolaj Troebetskoj.

Achtergrond

De volgende specifieke zaken staan in het algemeen centraal:

Enkele verschijnselen die meer concreet worden bestudeerd zijn: sandhi, medeklinkermutatie, klinkerharmonie, eindklankverscherping en ablaut.

Voorbeelden

Enkele voorbeelden van morfofonologische kwesties:

Zie ook Internationaal Fonetisch Alfabet

Morfo(fo)nologie en synthetische vs. analytische talen

Morfo(fo)nologie speelt met name een belangrijke rol bij het beschrijven van de structuur van synthetische talen. Talen die sterk analytisch zijn, zoals het Engels en Nederlands, kennen weinig gebonden morfemen (in dit verband wordt ook wel gesproken van morfofonemen) en daarmee minder variatie op morfo(fo)nologisch vlak. Isolerende talen kennen helemaal geen gebonden morfemen.

Zie ook