Voor het gelijknamige begrip uit de spoorwegen, zie Monte Rosa (spoorwegen).
Monte Rosa
De Monte Rosa vanuit het noordwesten met aan de voet de Gornergletsjer
Hoogte 4634 m
Coördinaten 45° 56′ NB, 7° 52′ OL
Ligging Wallis (CH) / Piëmont en Valle d'Aosta (I)
Gebergte Walliser en Penninische Alpen
Monte Rosa (Zwitserland)
Monte Rosa
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen
Monte Rosa-massief

De Monte Rosa (4634 meter) is een bergmassief in de Walliser en de Penninische Alpen. Het massief vormt de grens tussen Zwitserland en Italië. De noordflank ligt in Wallis (Zwitserland). De zuidelijke en oostelijke hellingen liggen in de Italiaanse regio's Valle d'Aosta en Piëmont. Het Monte Rosa-massief is na het Mont Blanc-massief de hoogste berggroep van de Alpen.

In het Arpitaanse dialect van het Aostadal betekent Rosa "gletsjer". De naam Monte Rosa heeft dan ook niets te maken met de gelijknamige kleur, maar betekent "Gletsjerberg". In een groot deel van Noord-Italië - bij goed weer zelfs vanuit de Golf van Genua - zijn de witte toppen van de Monte Rosa vaak zichtbaar. Vanuit Zwitserland is het massief alleen goed te zien vanaf hoge bergen en vanaf de hellingen boven Zermatt.

Het Monte Rosa-massief is vanuit Alagna en Gressoney (lift) goed bereikbaar. De hooggelegen Gnifetti- en Mantovahut worden veel gebruikt als onderkomen aan de zuidzijde. Klimmers vanuit Zermatt en het Gornergratbahnstation Rotenboden benutten de Monte Rosa-hut, die bijna twee kilometer lager ligt dan de hoogste toppen. Macugnaga is het uitgangspunt voor beklimmingen van de 2500 meter hoge Monte Rosa-oostwand.

Boven op de Signalkuppe / Punta Gnifetti, een van de hoogste toppen van het Monte Rosa-massief, ligt de hoogste “berghut” van Europa: de Capanna Margherita.

Toppen

Tot het Monte Rosa-massief behoren (afhankelijk van de manier van tellen[1] ) 10 toppen:

De hoogste Monte Rosa-top, de Dufourspitze, ligt op Zwitsers grondgebied en is daarmee het hoogste punt van Zwitserland. Omdat het Monte Rosa-massief niet volledig op Zwitsers grondgebied ligt, is de Dom (4545 m) de hoogste geheel Zwitserse berg. De Grenzgipfel (4618 m) is de hoogste Monte Rosa-top op Italiaans grondgebied.

Eeuwenlang heette de hoogste Monte Rosa-top in Zwitserland "Gornerhorn" en in de (Duitstalige) Italiaanse dalen "Höchste Spitze". Pas door cartografisch werk in de 19e eeuw werd duidelijk dat de twee namen betrekking hadden op dezelfde berg. In 1863 werd de hoogste bergtop door de Zwitserse bondsraad vernoemd naar de generaal en cartograaf Guillaume-Henri Dufour. Vaak kregen Monte-Rosa-passen en -toppen in de loop van de eeuwen Duitse namen van de Walserdeutsche bewoners van de omringende dalen. De hoogste toppen, van Breithorn tot Nordend, werden echter eenvoudigweg "Monte Rosa" genoemd. Daarom konden ze in de loop van de 19e eeuw naar enkele eerstbeklimmers (Pietro Giordani, Johann Niklaus Vincent en Ludwig von Welden), een bijna-eerstbeklimmer (Joseph Zumstein) en enkele wetenschappers (Parrot en Dufour) vernoemd worden. Later kregen enkele toppen ook Italiaanse namen.

Geologie

De Monte Rosa bestaat uit gesteentes van de Monte Rosa-nappe (= dekblad), dit zijn gemetamorfoseerde granieten en gneisen. De gesteentes zijn afkomstig uit de onderste delen van de aardkorst van het Briançonnais microcontinent. Tijdens de vorming van de Alpen, toen de Italiaanse tektonische plaat tegen het Europese dekblad botste, zijn deze gesteentes eerst diep gesubduceerd en vervolgens weer omhoog gekomen.

Geschiedenis

In de late Middeleeuwen trokken groepen Walser vanuit het Rhônedal onder andere naar de Italiaanse dalen aan de zuidzijde van het Monte Rosa-massief. Ze spraken hun eigen dialect, het Walserdeutsch. Achter de ontoegankelijke hoogten van de Monte Rosa lag een "Verloren Dal", vertelde men elkaar. Ingesloten door gletsjers zou er een vruchtbaar en groen paradijs te vinden zijn. In 1778 trotseerden zeven dappere mannen uit Gressoney de sneeuw, het ijs, de diepe spleten, de kou en de hoogte en bereikten via de Lisgletsjer een rotseiland in de bergrug tussen Lyskamm en Ludwigshöhe, dat ze Entdeckungsfels / Roccia della Scoperta (4178 m) noemden. In de verte, achter de grote ijsstromen van de Monte Rosa- en Grenzgletsjer, zagen ze een groen dal. In de twee volgende jaren probeerden ze vergeefs hun legendarische paradijs te bereiken. De ijsafgronden bleken te hoog en te steil voor hun bijlen, stokken, touwen en ladders. De groepsleden raakten bovendien verdeeld over wat ze zagen: het paradijselijke dal van hun legende of een al bekend Zwitsers bergdal.

De Monte Rosa-toppen werden eerst bestegen vanuit Gressoney en Alagna (Italië)
Vanaf 1847 werden ook vanuit Zermatt (Zwitserland) pogingen ondernomen Monte Rosa-toppen te beklimmen
In 1872 werden ook vanuit Macugnaga Monte Rosa-toppen beklommen
Omdat het geen imponerende bergtoppen waren werden de andere topjes relatief laat bestegen

Het "reine" water van het merk Lauretana (bruiswater) wordt nog steeds gehaald uit de gesmolten sneeuw die van de Monte Rosa naar beneden sijpelt.

Literatuur

Referenties

Zie de categorie Monte Rosa van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.