Een kwakel, ook wel kwaak, kwakeltje of kwakelbrug genoemd, is een hoge smalle voetgangersbrug, met een vlak middengedeelte[1] en aan weerszijden schuine plankieren met gespijkerde dwarslatten.[2] Langs de schuine planken en het platte dek zijn houten leuningen aangebracht. Deze bruggen zijn vaak onderdeel van een voormalig trekvaartenstelsel. Ze stonden meestal op de kruispunten waar twee vaarten bij elkaar kwamen. Een soortgelijke brug heet in de provincie Groningen een hoogholtje.
Sinds de veertiende eeuw bestonden er voorschriften die het bouwen van lage bruggen verboden, om voor de scheepvaart een vrije doorvaart mogelijk te maken.[3] Daarom werden er hoge bruggen gebouwd als een vaste verbinding nodig was. Het nadeel van een kwakel is dat men er met paard en wagen niet overheen kan. Daarom werden op drukke punten de kwakelbruggen wel vervangen door een ophaalbrug.[1] Soms bleef de kwakel naast de ophaalbrug liggen.