Bij het non-proliferatieverdrag aangewezen kernmachten (Frankrijk, Rusland, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Volksrepubliek China)
 Andere kernmachten (India, Noord-Korea, Pakistan)
 Andere vermoedelijke kernmachten (Israël)
 NAVO-lidstaten die kernwapens delen (België, Duitsland, Italië, Nederland, Turkije)
 Voormalige kernmachten (Kazachstan, Oekraïne, Wit-Rusland, Zuid-Afrika)

Een kernmacht of atoommacht is een staat die over kernwapens en de benodigde geleidende systemen beschikt om deze kernwapens voor militaire doeleinden te gebruiken.

Landen met het aantal aanwezige kernwapens

Deze cijfers hebben betrekking op het jaar 2009:[1][2]

In januari 2021 hadden negen landen kernkoppen, dit waren de Verenigde Staten (VS), Rusland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, China, India, Pakistan, Israël en Noord-Korea. Ze hadden - naar schatting - in totaal zo'n 13.080 kernwapens, waarvan 3825 operationeel inzetbaar en hiervan waren er ongeveer 2000 in een staat van hoge operationele alertheid.[3] Over een reeks van jaren daalt het aantal kernkoppen, met name in de VS en Rusland waar oude kernkoppen worden ontmanteld. SIPRI erkent dat het moeizaam is om goede informatie te verkrijgen.[3] De VS maakten altijd melding van het aantal kernkoppen, maar dit beleid is tijdens president Donald Trump terzijde geschoven. Het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk geven enige informatie, maar Rusland weigert in het openbaar een gedetailleerd overzicht te geven, al schijnt deze informatie wel met de VS te worden gedeeld.[3] De ‘Overige kernkoppen’ in de onderstaande tabel betreft kernkoppen in opslag en verouderde kernkoppen die worden ontmanteld.

Landen met kernwapens per januari 2021[3]
Land Inzetbare kernkoppen Overige kernkoppen Totaal
Verenigde Staten 1800 3750 5550
Rusland 1625 4630 6255
Verenigd Koninkrijk 120 105 225
Frankrijk 280 10 290
Volksrep. China 350 350
India 156 156
Pakistan 165 165
Israel 90 90
Noord-Korea [40à50] [40à50]
Totaal 3825 9256 13.081

Kernwapens van kernmachten geplaatst in andere landen

In verschillende landen zijn (vermoedelijk) Amerikaanse kernwapens gestationeerd, in het kader van de Nuclear sharing-strategie van de NAVO. Die kernwapens vallen onder het beheer van de Verenigde Staten en niet van het 'gastland'. Wel wordt het gastland betrokken bij de planning voor de inzet van de wapens en beschikt het over middelen om die wapens af te werpen. Amerikaanse kernwapens waren in 2009 (vermoedelijk) gestationeerd in België, Duitsland, Italië, Nederland en Turkije. De Federation of American Scientists schatte in 2008 dat het in totaal om 200 tot 350 kernwapens ging.

In 2023 hevelde Rusland tactische nucleaire wapens over naar hun bondgenoot Wit-Rusland. Rusland behoudt wel de controle over de kernkoppen. Het was de eerste keer sinds het einde van de Sovjet-Unie in 1991 dat de Russische Federatie kernwapens buiten hun grenzen plaatste.[6]

Andere landen die kernwapens of een onderzoeksprogramma daarvoor hebben gehad

Van enkele landen is bekend dat zij op enig moment daadwerkelijk kernwapens hebben bezeten maar daar afstand van hebben gedaan. Dit zijn allereerst enkele voormalige Sovjetrepublieken die na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie kernwapens op hun grondgebied hadden: Kazachstan, Oekraïne en Wit-Rusland. Daarnaast had Zuid-Afrika ten tijde van het apartheidsregime een actief kernwapenprogramma. Eind jaren 80 werden enkele kernwapens geconstrueerd, die enige jaren later weer werden vernietigd.

Daarnaast hebben vele landen enige tijd een kernwapenprogramma gehad, of een programma dat de ontwikkeling van kernwapens mogelijk moest maken als daar noodzaak toe zou zijn. Deze programma's hebben (met uitzondering van de al besproken landen) voor zover bekend niet tot de daadwerkelijke constructie van een kernwapen geleid.

Israël zou sinds de jaren tachtig eveneens over kernwapens beschikken maar dit is officieel nooit bevestigd noch ontkend. Dit beleid staat bekend als het nucleaire ambiguïteitsbeleid en ook wel als het het zwarte dozenbeleid. Het heeft tot doel een zekere mate van afschrikking te handhaven zonder openlijk betrokken te raken bij het nucleaire non-proliferatieverdrag of internationale inspecties.[7]