Standbeeld in Skopje

Ivan Vladislav van Bulgarije (Bulgaars: Иван Владислав) (ca. 965 - Durrës (stad), februari 1018) was tsaar van Bulgarije.

Jeugd en weg naar de troon

[bewerken | brontekst bewerken]

Ivan was de zoon van Aron, die een broer was van Samuel van Bulgarije. Aron, Samuel en hun broers hadden een succesvolle opstand tegen het Byzantijns bestuur geleid. Hun broers sneuvelden in de opstand en in 976 liet Samuel zijn broer Aron en zijn gezin ter dood brengen op beschuldiging van verraad. Inderdaad zou Aron op eigen gezag onderhandelingen hebben gevoerd met de keizer maar door Arons dood kreeg Samuel ook de alleenheerschappij in Bulgarije. Ivan ontsnapte aan de dood omdat hij door Samuels zoon Gavril Radomir in bescherming werd genomen.

In 1014 overleed Samuel en werd hij opgevolgd door Gavril. Door de verpletterende nederlaag bij Kleidion in 1014 had het Bulgaarse leger veel van zijn kracht verloren. Gavril moest werkeloos toezien hoe keizer Basileios II Boulgaroktonos eerst de stad Edessa (Griekenland) veroverde en daarna het fort van Almopia belegerde. De onvrede onder de Bulgaarse adel nam toe en Ivan was hun aangewezen leider. Toen Almopia in de zomer van 1015 moest capituleren, was dit de aanleiding voor Ivan om te handelen: Tijdens een jachtpartij vermoordde hij Gavril en daarna riep hij zichzelf uit tot tsaar.

Tsaar

[bewerken | brontekst bewerken]

Het eerste wat Ivan deed was om een boodschap aan Basileios te sturen, die Basileios al vijf dagen na de val van Almopia ontving. In de brief rapporteerde Ivan dat hij Gavril eigenhandig had gedood en dat hij zich nederig onderwierp aan de Byzantijnse macht.

Toen Ivan zijn positie als tsaar veilig had gesteld begon hij echter met een politiek tegen de dreigende Byzantijnse bezetting. Basileios begreep dat Ivan hem zand in de ogen had gestrooid en gaf de hoge Bulgaarse edelman Theodorus, die als gijzelaar/gevangene aan het Byzantijnse hof verbleef, de opdracht om Ivan te vermoorden. Theodorus nam hiervoor een Bulgaarse huurmoordenaar in de arm maar die vond het makkelijker om Theodorus te vermoorden. Ondertussen trok Basileios naar Ohrid. Basileios kon Ohrid makkelijk veroveren en verwoestte het paleis van de tsaren daar. Toen hij in Ohrid was kreeg Basileios het bericht dat Ivan de stad Durrës belegerde en dat Byzantijnse troepen die de verbindingen naar Thessaloniki (stad) moesten beveiligen, waren vernietigd door de Bulgaarse generaal Ivats. Basileios had geen keuze dan een garnizoen achter te laten in Ohrid en zich zelf terug te trekken naar Thessaloníki. Ohrid werd snel weer veroverd. Basileios stuurde eenheden naar Strumica en Sofia (stad) om die streken te plunderen.

1016

[bewerken | brontekst bewerken]

Ivan gebruikte zijn tijd om zijn positie zo veel mogelijk te versterken. Al in oktober 1015 begon hij met het herstel van oorlogsschade aan Bulgaarse forten. In 1016 vroeg hij zijn formele vazal Johannes Vladimir, vorst van Duklja om naar zijn hof in Prespa (bij het Prespameer) te komen. Johannes Vladimir was getrouwd met Theodora, de zuster van Gavril en zij vertrouwde de uitnodiging niet. Meerdere malen gaf Ivan verzekering van zijn goede bedoelingen en hij gaf een vrijgeleide aan Johannes Vladimir, wat werd gegarandeerd door de Bulgaarse patriarch David. Johannes Vladimir besloot naar Ivan te gaan en kwam op 22 mei aan in Prespa, en werd daar onmiddellijk onthoofd. Het Byzantijnse leger was in het voorjaar van 1016 begonnen aan het beleg van Pernik (stad). Na drie maanden en grote verliezen, moesten de Byzantijnen zich terugtrekken op Mosynopolis.

1017

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1017 nam Basileios het initiatief. Hij stuurde eenheden onder Constantijn Diogenes, vader van keizer Romanos IV Diogenes, om het dal van de Vardar te plunderen, en veroverde het fort van Longos (in Trikala (departement)). Daarna belegerde hij Kastoria (stad). Daar kreeg Basileios het bericht dat de Bulgaren een bondgenootschap hadden gesloten met de Petsjenegen. Basileios brak het beleg op en trok naar de Donau om een Petsjegeens leger te onderscheppen. Daar bleken de berichten niet waar te zijn en hij trok weer naar het zuiden. Hij was net op tijd om zijn troepen in het Vardar-dal te redden die in Bulgaarse hinderlaag waren gelopen. Hierna trok het Byzantijnse leger zich terug naar het winterkamp.

Dood

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1018 stierf Ivan tijdens de belegering van Durës. Omdat hun zoons nog jong waren, onderhandelde zijn weduwe Maria een overgave met Basileios. De meeste Bulgaarse aanvoerders gaven zich daarop inderdaad over en werden rijk beloond. Drie zoons van Ivan probeerden het verzet nog door te zetten maar moesten zich later in 1018 ook overgeven. Maria werd met haar kinderen in Constantinopel gevestigd. Zij ontving rijke giften, nam de naam Zoë aan en kreeg de titel patrikia. Zij wordt voor het laatst vermeld ca. 1030.

Kinderen

[bewerken | brontekst bewerken]

Ivan en Maria (haar ouders zijn onbekend), kregen de volgende kinderen: