Gelelektroforeseapparaat

Gelelektroforese (een samenstelling van de woorden gel en elektroforese) is een scheidingstechniek waarbij moleculen met verschillende afmetingen gescheiden kunnen worden.

Hierbij ga je de nucleïnezuren scheiden op basis van hun lading en/of massa (grootte). Dit wordt gedaan met horizontale gels. Agarose is een polysaccharide, een polymeer van agarobiose en is niet-toxisch.

Hierbij ga je de eiwitten scheiden op basis van hun massa. Dit wordt gedaan met verticale gels. Sodium dodecyl sulfaat (SDS) is een anionisch detergent = hoofdgroep heeft een negatieve lading.

Elektrisch geladen moleculen gaan onder invloed van een homogeen elektrisch veld bewegen in een gel. Gelelektroforese is een van de toepassingen van het fysische verschijnsel elektroforese.

Als de positieve pool (de anode) zich onder in de gel bevindt, bewegen negatief geladen moleculen zich naar beneden. Hoe groter de moleculen, des te trager ze zullen bewegen (migreren); hoe kleiner de moleculen, hoe sneller ze zullen bewegen.

De te scheiden moleculen kunnen bijvoorbeeld eiwitten of DNA-fragmenten zijn.

Aanvankelijk werd aardappelzetmeel gebruikt voor de gel, en naar verluidt werkt zelfs aardbeiengelei. Moderne gels voor deze vorm van elektroforese zijn gebaseerd op polymeren.[1] De gel kan uit polyacrylamide bestaan (=polyacrylamide-gel-elektroforese). Ook wordt er vaak een agarosegel gebruikt. Voor chromosomaal DNA wordt vaak een agarosegel gebruikt van 0,8 tot 1%, voor PCR-producten is dit 1 à 2% en voor restrictieproducten 1,5 à 2%.

Praktische werkwijze

[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook

[bewerken | brontekst bewerken]