Isaac Asimov

De wetten van de robotica zijn expliciet ingebouwde, dwingende gedragsregels van de fictieve robots die voorkomen in het universum van de sciencefictionauteur Isaac Asimov en zijn opvolgers. Het gedrag dat hieruit voortvloeit, staat onvoorwaardelijk boven elk ander gedrag.

Oorspronkelijke drie wetten

De oorspronkelijke drie wetten van de robotica (de calviniaanse religie):

Eerste Wet
Een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan dat een mens letsel oploopt.
Tweede Wet
Een robot moet de bevelen uitvoeren die hem door mensen gegeven worden, behalve als die opdrachten in strijd zijn met de Eerste Wet.
Derde Wet
Een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de Eerste of Tweede Wet.

Asimov baseerde de wetten op de basisprincipes van gereedschap, redenerend dat een robot feitelijk ook een soort gereedschap is:

1
Gereedschap moet veilig zijn. Hamers en schroevendraaiers hebben bijvoorbeeld handvatten die de grip verbeteren. Als iemand toch gewond raakt dan zou dit in principe niet het gevolg moeten zijn van onveiligheid van het gereedschap maar van onjuist gebruik.
2
Gereedschap moet zo efficiënt mogelijk zijn, tenzij dit gevaar oplevert voor de gebruiker. Een voorbeeld is een voertuig met een snelheidsbegrenzer.
3
Gereedschap mag niet zomaar kapot gaan, tenzij het de bedoeling is dat het maar een beperkt aantal keren meegaat of dit ter waarborg voor de veiligheid van de gebruiker is.

Nulde wet

Later formuleerden Robot Daneel Olivaw en Robot Giskard Reventlov een nieuwe wet, die naar hun oordeel van meet af aan lag besloten in de eerste wet. Omdat deze wet boven de eerste staat, noemden zij hem de "Nulde Wet" (de Giskardiaanse reformatie).

Nulde Wet
Een robot mag geen schade toebrengen aan de mensheid, of toelaten dat de mensheid schade toegebracht wordt door zijn nalatigheid.

Gevolg voor de andere wetten:

  1. Een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan dat een mens letsel oploopt behalve als dit de Nulde Wet zou schenden.
  2. Een robot moet de bevelen uitvoeren die hem door mensen gegeven worden, behalve als die opdrachten in strijd zijn met de Nulde Wet of de Eerste Wet.
  3. Een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de Nulde, Eerste of Tweede Wet.

Problemen en conflicten

Deze wetten leiden in de praktijk tot conflicten en problemen, die Asimov zelf ook heeft onderkend. Een dergelijk conflict tussen wetten, of het besef achteraf dat een robot een wet (vooral de Eerste) geschonden heeft, kan leiden tot het disfunctioneren van de robot.

Robotwetten in de praktijk

In navolging van Asimovs drie wetten ontwierpen de robotwetenschappers Robin Murphy (Computer Science and Engineering van Texas A&M) en David D. Woods (directeur van het Cognitive Systems Engineering Laboratory in Ohio) de "Drie Wetten voor Verantwoordelijke Robotica":

  1. Een mens mag geen robot inzetten wanneer dit werk met de robot niet voldoet aan de hoogste wettelijke en professionele normen van veiligheid en ethiek.
  2. Een robot moet afhankelijk van zijn functie mensen voldoende kunnen beantwoorden.
  3. Een robot moet worden begiftigd met genoeg toereikende autonomie om zijn eigen bestaan te kunnen beschermen, zolang hij hierdoor gemakkelijk te bedienen blijft en zijn autonomie niet in strijd is met de Eerste en de Tweede Wet.[1]

Zie ook

Literatuur

De wetten spelen een belangrijke rol in al Asimovs robotboeken. De mazen en zwakheden zijn de basis van de plot in veel van de korte robotverhalen.

Ook door diverse andere auteurs zijn ze opgepakt als een belangrijk thema: