Oorspronkelijk gaat het om een familie die de naam Van Cadsant droeg. Vanaf het begin van de dertiende eeuw werden ze De Baenst genoemd. Over de eerste paar generaties hebben de genealogen tot hiertoe niet met zekerheid de filiaties kunnen vaststellen. Voor de eerste drie elkaar hierna opvolgende generaties lijken de gemelde data van geboorte en overlijden wel enigszins problematisch.
De heren De Baenst werden specialisten in het indijken van polders en werden hierdoor behoorlijk rijk. De indijkingen deden ze in de eerste plaats om zelf gronden te winnen, maar ze deden het ook in opdracht van anderen, onder meer van kloosters en abdijen.
Met de opbrengsten waren ze onder meer aankopers van feodale heerlijkheden, wat hun aanzien en invloed in de maatschappij vergrootte.
Hun oorspronkelijke thuis, die hun uitvalsbasis werd, was Cadzand en Sluis. Van daaruit breidde de familie zich uit over het gehele Brugse Vrije en kreeg zij ook voet aan de grond in Brugge en werd opgenomen in de intieme kring van raadgevers van de hertog van Bourgondië.
In de vijftiende eeuw bereikten verschillende leden van de familie hoogtepunten in hun loopbaan. Ook al namen verschillende onder hen gemeentelijke verantwoordelijkheden op, toch ging de voorkeur meestal naar activiteiten in dienst van de vorst, de hertog van Bourgondië. Bij conflicten tussen de steden en ambachten met de vorst, kozen leden van de familie De Baenst meestal voor de prins.
In de zestiende eeuw verdween de familie stilaan uit het openbare leven en stierf langzaam uit, in elk geval in de mannelijke lijn van naamdragers.
Naast het familiewapen treft met op grafzerken en grafmonumenten ook het familie-embleem aan, met name een hand met stralenkrans.
Anne de Northout (†1593) x Claude de Croÿ, graaf van Roeulx
Antoine de Baenst x Barbara de Baenst
Catherine de Baenst x Josse van Halewyn
Anna de Baenst x Jan Cousteinn, grootbaljuw van Tielt, xx Hubrecht van Montfoort
Elisabeth de Baenst x Jan van der Gracht, heer van Schardauwe (†1511)
Margaretha de Baenst x Jan de Beer, secretaris van Karel de Stoute
Jacob de Baenst (ca. 1450 - Sluis 1495) was een niet-gelegitimeerde bastaardzoon van Guy II de Baenst. Hij speelde een belangrijke rol als roode roede, in dienst van Maximiliaan van Oostenrijk.
Catherine de Baenst x Lodewijk Domecent
Magdalena de Baenst (†1491) x Colaert d'Ault
Olivier de Baenst, baljuw van de Vier Ambachten (1431-1432), baljuw van het Land van Waas (1432-1444).
J. J. GAILLIARD, Bruges et le Franc, Volume I, Brugge, 1857
M. K. E. GOTTSCHALK, Historische geografie van Westelijk Zeeuws-Vlaanderen tot de Sint-Elisabethsvloed van 1404, Assen, 1955
René DE KEYSER, Het kasteel van Lembeke, in: Album Jos De Smet, Brugge, 1964
Valentin VERMEERSCH, Grafmonumenten te Brugge tot 1578, Brugge, 1976
Stefan VANDENBERGHE (red.), Het Hof van Watervliet in de Oude Burg te Brugge, Brugge, 1983
René DE KEYZER, Het kasteel van Oostkerke, Brugge, 1984
M. K. E. GOTTSCHALK, De Vier Ambachten en het Land van Saeftinge in de middeleeuwen. Een historisch-geografisch onderzoek betreffende Oost-Zeeuws-Vlaanderen, Assen, 1984
Paul DE WIN, Queeste naar de rechtspositie van de edelman in de Bourgondische Nederlanden, in: Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 1985, blz. 223-275.
Jan DUMOLYN, De Brugse opstand van 1436-1438, Heule, 1997
Andries VAN DEN ABEELE, Het ridderlijk gezelschap van de Witte Beer, Brugge, 2000
Jan DUMOLYN & Filip VAN TRICHT, De sociaal-economische positie van de laat-middeleeuwse Vlaamse adel: enkele trends, in: Handelingen van het genootschap voor geschiedenis te Brugge, 2000, blz. 3-46.
Frederik BUYLAERT, Crisis en continuïteit. De strategie van adellijke staatsfeodale families in de crisis van de late 15e eeuw in de Bourgondische Nederlanden (1477-1492). Een vergelijkende case-study van de Vlaamse familie de Baenst en de Hollandse familie van Boschuysen, licentiaatsthesis (onuitgegeven), Universiteit Gent, 2003
Jan DUMOLYN, Staatsvorming en vorstelijke ambtenaren in het graafschap Vlaanderen (1419-1477), Antwerpen, 2003
Michiel NUYTENS, Inventaris van het archief van de familie de Baenst, Rijksarchief, 2004
Frederik BUYLAERT, Sociale mobiliteit bij stedelijke elites in laatmiddeleeuws Vlaanderen. Een gevalstudie over de Vlaamse familie de Baenst, in: Jaarboek voor Middeleeuwse Geschiedenis, 2005, blz. 201-251.
Frederik BUYLAERT, Jan II de Baenst, hoveling en Brugs politicus, in: Nationaal Biografisch woordenboek, Deel XVII, Brussel, 2005, col. 41-44
Frederik BUYAERT, Jan III de Baenst, hoveling en Brugs politicus, in: Nationaal Biografisch woordenboek, Deel XVII, Brussel, 2005, col. 44-49
Frederik BUYLAERT, Jan DUMOLYN, P. DONCHE, E. BALTHAU & H. DOUXCHAMPS (uitgevers), De adel ingelijst. "Adelslijsten" voor het graafschap Vlaanderen in de veertiende en de vijftiende eeuw, in: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2007, blz. 47-187.
Frederik BUYLAERT, Eeuwen van ambitie. De adel in laatmiddeleeuws Vlaanderen, Brussel, 2010.
P. A. DONCHE, Edelen en leenmannen van Vlaanderen, 1437, uitg. Donche, 2010.
Frederik BUYLAERT, Repertorium van de Vlaamse Adel (ca. 1350 - ca. 1500), Gent, 2011
P. A. DONCHE, Edelen, leenmannen en vorstelijke ambtenaren van Vlaanderen, 1464 - 1481 - 1495, uitg. Donche, 2012.
P. A. DONCHE, Lodewijk II de Baenst (†1494) en zijn epitaaf (1496), in: Biekorf, 2012, blz. 75-87.
P. A. DONCHE, Geschiedenis en genealogie van de familie de Baenst, vorstelijke en stedelijke ambtenaren in Vlaanderen, 1305-1676, uitg. Donche, 2014
P. A. DONCHE, Aanvullingen op Geschiedenis en genealogie van de familie de Baenst, vorstelijke en stedelijke ambtenaren in Vlaanderen, 1305-1676, uitg. Donche, 2016