Stammen in Europa omstreeks 50 Ad

De Cherusken waren een Germaanse stam in noordwest Duitsland, aan de middenloop van de Wezer. De belangrijkste buurvolkeren waren de Chatten en de Chauken.

De Cherusken werden het eerst vermeld door Gaius Julius Caesar in zijn werk "De Bello Gallico", boek 6.10, waarin hij zijn wederwaardigheden van 53 v.Chr. beschreef. De Cherusken werden in 12 v.Chr. onderworpen door Nero Claudius Drusus tijdens zijn veldtochten ten oosten van de Rijn. Later verwierf de stam grote roem tijdens de Slag bij het Teutoburger Woud in 9 n.Chr. onder leiding van Arminius, wanneer de Cherusken in alliantie met aangrenzende Germaanse stammen, de Bructeren, Chatten en Marsen, drie Romeinse legioenen onder Publius Quinctilius Varus vernietigend versloegen. Na deze slag verliet Rome het streven om het Germaanse gebied tussen Rijn en Elbe in te lijven bij het Romeinse Rijk en trok het zich terug tot de Rijngrens. De verovering werd te kostbaar geacht. Tacitus schreef in De origine et situ Germanorum dat de Cherusken nadien een lange periode van vrede hebben gekend, waarna ze met de Chatten in oorlog raakten en door dezen werden verslagen. De datering van de oorlog is onduidelijk, maar zal tussen 51 n.Chr. en 98 n. Chr liggen.

Beroemde Cherusken

Beroemde tegenstanders van de Cherusken

Data