De Chat Noir, ook gekend als de Zwarte Kat, was een kunstzinnige vereniging, die op 14 oktober 1894 in Brugge werd opgericht en nog voor de Eerste Wereldoorlog stilaan verdween.

Geschiedenis

De vereniging kwam tot stand hetzelfde jaar als de in Café Vlissinghe gevestigde vereniging Kunstgenegen. De twee waren enigszins concurrenten, hoewel er ook Bruggelingen waren die van beide verenigingen lid waren.

De vier stichters waren Camille Verhaeghe, Alfred Algrain, Flori Van Acker en Auguste Bricusse. Het ging om een kaartersclubje dat in Vlissinghe enigszins werd buitengekeken als een gevolg van zijn luidruchtigheid.

De vereniging vestigde zich in Café Lion Belge, Langestraat 125, bij de gezusters Adèle en Hélène Claeys, waar ze over een eigen zaaltje konden beschikken. Aquilin Arents de Beerteghem (1849-1923), lid van de familie Arents de Beerteghem, trad op als mecenas voor de nieuwe vereniging. Naast het jaarlijks aanbieden van een banket aan de leden, voorzag hij in meubilair: een kristallen luchter, U-vormige tafels met wit-rode tafelkleden en versieringen aan de muren, die verder werden opgevrolijkt door schilderijen gemaakt door de eigen leden. Een andere edelman, de vrijgezel Alphonse van Hamme de Stampaertshoucke (1852-1903) trad op in de erefunctie van Sire.

In augustus 1895 werd in het zaaltje van de 'Chat Noir' een buffetkast ingehuldigd, waarvan het ontwerp was gemaakt door architect Oscar De Breuck en de uitvoering was toevertrouwd aan schrijnwerker Dinneweth.

De vereniging organiseerde literaire voordrachten, door muziek opgeluisterde banketten, causerieën met lichtbeelden, audities voor kamermuziek en pianorecitals, poppentheater en schaduwtheater. De vereniging was liberaal van strekking en, ondanks de naam, eerder Vlaamsgezind. Onder de voordrachtgevers figureerden Camille Mauclair, Max Enthoven, Jos Cuvelier en Medard Verkest. De vereniging organiseerde een leeskabinet waar men een dertigtal nieuwsbladen en periodieken kon raadplegen. In 1898 werd, onder het voorzitterschap van advocaat Charles De Schrijver, een spaarkas opgericht onder de kenspreuk Utile Dulci.

Het uitgangbord aan het "estaminet" In de Zwarte Kat van het Museum voor Volkskunde in de Balstraat verwijst naar de vereniging Chat Noir.

Eenmaal per maand hielden de leden algemene vergadering en zaten ze aan voor een mild overgoten souper dat eindigde met een omhaling voor de Vrienden van de Schamele Armen. De 43 leden behoorden tot de Brugse burgerij en waren van uiteenlopende strekking: sommigen waren lid van een kerkraad (zoals Charles De Schrijver), anderen lid van de loge 'La Flandre' (zoals Pierre Huybrechts).

Nog voor de Eerste Wereldoorlog kwijnde de vereniging weg, terwijl het café Au Lion Belge bleef bestaan. In het Brugse Museum voor Volkskunde in de Balstraat - Rolweg, is het "estaminet" dat er deel van uitmaakt In de Zwarte Kat genoemd, in herinnering aan de vroegere 'Chat Noir', van wie de 'sprekerston' in het museum wordt bewaard. Het café wordt bewoond door een levende zwarte kat, die naar de naam 'Aristide' luistert.

Verschillende leden van 'Le Chat Noir' waren lid van de Compagnie 'Jagers-Verkenners', de Brugse Burgerwacht te paard: Auguste Merlin, Charles De Schrijver, Oscar Milissen, Pierre Huybrechts, Edmond Chot, Flori Van Acker.

Stichters en leden

De stichters en enkele voorname leden waren:

De vier stichters

De leden

Literatuur