Arthur Lehning
Arthur Lehning (1976)
Algemene informatie
Volledige naam Paul Arthur Müller-Lehning
Geboren 23 oktober 1899
Geboorteplaats Utrecht
Overleden 1 januari 2000
Overlijdensplaats Lys-Saint-Georges
Beroep schrijver
Dbnl-profiel
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Paul Arthur Müller-Lehning (Utrecht, 23 oktober 1899Lys-Saint-Georges, 1 januari 2000), zoon van Duitse ouders, was een Nederlandse econoom, historicus, schrijver, vertaler en anarchist. Hij was ook honderdplusser.

Leven en werk

In Zeist, op de lagere school van de Evangelische Broedergemeente leerde hij Hendrik Marsman kennen met wie hij tot 1926 bevriend was. Lehning werd een aanhanger van de individuele vrijheid, een opvatting die voor Marsman het 'einde van de menselijke beschaving aankondigde'. In 1919 studeerde hij economie in Rotterdam. In 1921 werd Lehning lid en kort erop bestuurslid van de Bond van Revolutionair Socialistische Intellectueelen, die eind 1919 was opgericht door Clara Wichmann en Bart de Ligt. Ook werd hij lid van de Internationale Antimilitaristische Vereeniging (IAMV), die in 1904 door Ferdinand Domela Nieuwenhuis was opgericht - als tegenhanger voor de Tweede Internationale - en woonde hij het internationale congres van de IAMV van 1921 bij, waar het Internationaal Antimilitaristisch Bureau (IAMB) werd opgericht als overkoepelend orgaan van verschillende antimilitaristische organisaties in binnen- en buitenland.[1] Najaar 1921, na het overlijden van zijn moeder, gaf hij zijn studie in Rotterdam op en vertrok hij naar Berlijn om daar sociologie, filosofie en geschiedenis te studeren.[1] Tijdens zijn studie geschiedenis in Berlijn (1922) raakte hij o.a. bevriend met Emma Goldman en Alexander Berkman.
Tot 1940 noemde hij zich doorgaans Müller-Lehning, uitgezonderd de stukken die hij schreef over Spanje, die hij ondertekende met het pseudoniem Pablo Moreno.[2]

Tussen 1927 en 1929 publiceerde hij in Amsterdam het avant-garde tijdschrift i10, waaraan intellectuelen, kunstenaars en libertairen meewerkten, onder wie Menno ter Braak, Gerrit Rietveld, Le Corbusier, Walter Gropius, Wassily Kandinsky, Piet Mondriaan, Upton Sinclair, Walter Benjamin, Ernst Bloch, Max Nettlau, Otto Rühle, Henriette Roland Holst, Alexander Berkman en Alexander Shapiro.

Ook was Lehning in 1927 secretaris van het internationaal Sacco en Vanzetti Comité en richtte hij een nieuwe politieke partij op in Nederland.[3] Van 1933 tot 1936 was hij secretaris van de Internationale Arbeidersassociatie (IAA).[4]

In 1935 was hij een van de oprichters van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. De archieven van het IISG nam hij in april 1939 mee toen hij naar Londen vertrok, vanwege de onafwendbare inval van Nederland door Duitsland.[3]

In oktober 1936 bevond hij zich in Catalonië, bij de Spaanse Burgeroorlog. Nadat de Catalaanse anarchisten door de fascisten onder de voet werden gelopen heeft Lehning in zijn verdere leven anarchisme vooral als een kritische theorie beschouwd.

In de jaren vijftig schreef hij voor Libertinage, een van de 140 tijdschriften waarvoor hij naar eigen zeggen schreef.

Hij is begraven in het Franse dorpje Lys-Saint-Georges. Zijn grafsteen is ontworpen door Piet Gerards, die ook boeken van en voor Lehning heeft vormgegeven.

Prijzen en eerbewijzen

Werken

Proza

Historisch werk

Dagboeken

Vertalingen

Essays

Bloemlezingen

Gebloemleesd

Tijdschriften

Diversen

Overige