Resolutie 1532 | ||
---|---|---|
Van de | Veiligheidsraad van de Verenigde Naties | |
Datum | 12 maart 2004 | |
Nr. vergadering | 4925 | |
Code | S/RES/1532 | |
Stemming | voor 15 onth. 0 tegen
0 | |
Onderwerp | Burgeroorlog in Liberia | |
Beslissing | Bevroor het geld dat ex-president Charles Taylor naar het buitenland had versluisd. | |
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2004 | ||
Permanente leden | ||
Niet-permanente leden | ||
Een vluchtelingenkamp in Liberia genomen in juli 2005.
|
Resolutie 1532 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 12 maart 2004. Deze resolutie bevroor de overheidsfondsen die voormalig president Charles Taylor naar het buitenland had versluisd.
Na de hoogtijdagen onder het decennialange bestuur van William Tubman, die in 1971 overleed, greep Samuel Doe de macht. Diens dictatoriale regime ontwrichtte de economie en er ontstonden rebellengroepen tegen zijn bewind, waaronder die van de latere president Charles Taylor. In 1989 leidde de situatie tot een burgeroorlog waarin de president vermoord werd. De oorlog bleef nog doorgaan tot 1996. Bij de verkiezingen in 1997 werd Charles Taylor verkozen en in 1999 ontstond opnieuw een burgeroorlog toen hem vijandige rebellengroepen delen van het land overnamen. Pas in 2003 kwam er een staakt-het-vuren en werden VN-troepen gestuurd. Taylor ging in ballingschap en de regering van zijn opvolger werd al snel vervangen door een overgangsregering. In 2005 volgden opnieuw verkiezingen, waarna Ellen Johnson-Sirleaf de nieuwe president werd.
De Veiligheidsraad was bezorgd om de handelingen van de voormalige president van Liberia, Charles Taylor. Die had 's lands natuurlijke rijkdommen uitgeput, overheidsgeld verduisterd en de overgang naar democratie en de ontwikkeling van de instellingen ondermijnd. Het naar het buitenland versluizen van fondsen had een negatieve impact op Liberia en de internationale gemeenschap moest zorgen dat het geld terechtkwam. Intussen had Taylor nog steeds controle over deze fondsen waarmee hij de vrede en stabiliteit in Liberia kon ondermijnen.
Daarom werd beslist dat landen waarin zich deze fondsen bevonden moesten voorkomen dat Charles Taylor, zijn naaste familie — in het bijzonder Jewell Howard Taylor en Charles Taylor jr. — er gebruik van konden maken en zorgen dat deze onverwijld werden bevroren. Het comité dat was opgericht met resolutie 1521 moest een lijst opstellen van de betrokken personen en die verspreiden.